Vroeger waren champignons iets exclusiefs, maar we zijn ze in de loop der jaren steeds meer gaan consumeren. Bijvoorbeeld als pizzabeleg of vleesvervanger. Nederland telt ongeveer honderd champignonkwekerijen, waarvan de meeste gevestigd zijn in het zuiden van het land. Zo’n 80% van hun productie is bestemd voor de export. In Nederland kopen we champignons vooral vers, maar de exportchampignons worden na de oogst vaak ingevroren of ingeblikt. Onder meer Duitsland is een grote afnemer van Nederlandse champignons.
Champost
Het aantal Nederlandse champignonkwekerijen is de afgelopen jaren sterk gedaald, maar door schaalvergroting zijn ook mogelijkheden ontstaan voor investeringen in vernieuwing en verduurzaming. De sector is geschikt voor het sluiten van kringlopen: cradle to cradle. Een voorbeeld hiervan is het hergebruiken van champost, beter bekend als champignonmest. Champost bestaat uit paardenmest, dat samen met stro, kalk en kippenmest gecomposteerd wordt. Champignonkwekers leggen eerst een circa 18 centimeter dikke laag champost. Hier komt een laagje dekgrond overheen. Die grond bestaat voor 80 procent uit veen en bevat naast voedingsstoffen ook de sporen van de champignons. Top- en onderlaag worden na de oogst verkocht als champost.
Milieuwetgeving
Nederlandse champignonkwekers vervoeren jaarlijks grote hoeveelheden champost naar land- en tuinbouwers in de regio, die de champignonmest gebruiken om hun gronden te verrijken. Vanuit milieuwetgeving mag echter na september geen champost meer worden uitgereden. De sector heeft oplossingen ontwikkeld om de champost breder en duurzamer in te zetten. Vanwege zijn hoge organische stofgehalte kan champost ook gebruikt worden om de door de oorlog uitgeputte landbouwgrond in Oekraïne weer vruchtbaar te maken. Daartoe moet de champignonmest wel geschikt worden gemaakt voor vervoer over langere afstanden.
Champost als biologisch alternatief
Het Organic Nutrition Centre (ONC) in Ysselsteyn (Venray) maakt dit mogelijk. De champost uit lokale kwekerijen wordt er gedroogd en tot mestkorrels geperst. Die kunnen lokaal én op internationale schaal worden verkocht. Eerst wordt machinaal de veenlaag eraf gehaald. De zware, waterhoudende veengrond wordt vervoerd naar regionale akkerbouwers. Wat overblijft wordt gedroogd en gecomprimeerd tot compostkorrels. Zo ontstaat een duurzaam alternatief voor industrieel mengmest dat toepasbaar is in de akkerbouw, sierteelt en de tuin. Het is lang houdbaar en kan in big bags of kleine zakken worden verpakt. Het weegt slechts een derde van de oorspronkelijke champost. Daardoor kan het kostefficiënter worden vervoerd. Dat is vanwege de sterk gestegen brandstofprijzen economisch interessant.
Bio-energiecentrale
Voor het drogen van de champost is in Ysselsteyn een bio-energiecentrale gebouwd met een capaciteit van 12,4 megawatt. Hier worden duurzaam gewonnen snoeihout en biomassa uit de omgeving verbrand en omgezet in warmte en elektriciteit. Voor het project is subsidie verstrekt vanuit de stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE+). De warmte wordt ingezet voor het drogen van de champost. De champignonkweekkamers en sorteerlijnen draaien op de opgewekte energie. Ook restwarmte wordt ingezet in de kwekerij. De groene stroom die overblijft, wordt teruggeleverd aan het net. Uit de installatie kan ook stoom worden afgetapt. Die wordt weer gebruikt voor stoomreiniging. Dit werkt ziektewerend en houdt de champignonkweek gezond.
Klimaatneutrale bedrijfsvoering
De bouw van het ONC is jarenlang voorbereid. De initiatiefnemer, een grote champignonkwekerij, wordt hierdoor veel minder afhankelijk van fossiele brandstoffen. Dat is goed voor het milieu en de portemonnee. De huidige energieprijzen zijn immers ook voor champignonkwekers een enorme uitdaging. In de zomer van 2022 is het champostverwerkingscentrum in bedrijf gegaan en de eerste ervaringen zijn positief. Er wordt zelfs meer restwarmte overgehouden dan aanvankelijk gecalculeerd. De energiecentrale en de compostdrogerij dragen hiermee bij aan een klimaatneutrale bedrijfsvoering.
Automatiseringspartner
De energiecentrale en de verwerkingsfabriek draaien op moderne industriële automatiseringstechnologie die in relatief korte tijd geïmplementeerd is. Om de deadline te halen, zijn meerdere werkpakketten parallel aan elkaar uitgevoerd. Door nauwe afstemming tussen alle betrokken leveranciers en de system integrator is een goed werkend en veilig ecosysteem ontstaan, inclusief ATEX-zoneringen en noodstopcircuits. Verdere optimalisaties op zowel mechanisch als automatiseringsgebied zullen ertoe leiden dat het proces in de toekomst nog efficiënter wordt.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Actemium, kennispartner van VMT.