Het Onderzoekslab is een samenwerking van The Investigative Desk en De Coöperatie. De onderzoekers bestudeerden alle notulen van de vergaderingen tussen VWS en bedrijfsleven om tot een vervolg te komen op het Akkoord Verbetering Productsamenstelling. Verder spraken de onderzoekers vertegenwoordigers en bezochten ze verschillende voedselfabrieken.
VWS 'gevoelig'
Hieruit blijkt volgens de onderzoekers dat VWS zich 'wederom gevoelig toonde' voor de industrie. "Het nieuwe beleid van het ministerie moest in de eerste plaats ‘haalbaar’ zijn. En haalbaar is het alleen als consumenten gezondere producten ook daadwerkelijk kopen. Dat betekent dat de receptuur, en dus de smaak, met maar hele kleine stapjes gewijzigd kan worden, omdat de consument het anders niet meer lekker vindt. Ook zijn de doelstellingen en de tijdspanne met brancheorganisaties van supermarkten en levensmiddelenfabrikanten afgestemd", zo luidt de kritiek van het Onderzoekslab.
Wettelijke regels
Het nieuwe plan is een vervolg op het Akkoord Verbetering Productsamenstelling, dat in 2014 werd gesloten. Deze aanpak leidde tot te weinig resultaat. Onder meer de Consumentenbond pleitte vorig jaar voor een ambitieuzer plan met strenge wettelijke regels voor productverbetering.
Geen juridische stok achter deur
Het ministerie heeft vooralsnog geen juridische middelen om de vermindering van zout, vet en suiker af te dwingen. Volgens Martijn Katan, emeritus hoogleraar Voedingsleer aan de VU Amsterdam, zijn die wel nodig: "Je kunt niet van bedrijven verwachten dat ze vrijwillig hun producten dusdanig gaan
veranderen dat ze er minder van verkopen. Daar komt dit plan in feite wel op neer."
Juridische verkenning
Er loopt wel een juridische verkenning naar de mogelijkheid voor wetgeving. "In het coalitieakkoord is afgesproken dat we bindende afspraken maken met de industrie over gezondere voedingsmiddelen," zegt Staatssecretaris Maarten van Ooijen tegen het Onderzoekslab. Veel kans op wettelijke maatregelen heeft deze verkenning niet, legt voedingsjurist Suzan Slijpen uit. Dit heeft te maken met wetgeving op Europees niveau. "Door Europese regelgeving kan Nederland geen producten die elders in Europa zijn goedgekeurd bij de grens tegenhouden."