“De markt is zeker flink veranderd. Er is zijn veel meer concurrenten bijgekomen. En consumenten eisen veel meer van de producten op de markt,” zien productontwikkelaars Kirsten Schellekens en Robin Haakmat van Vivera. Ook het bedrijf zelf pakt productontwikkeling anders aan.
Data
“We gebruiken veel meer marktdata bij het begin van een project. Daarmee kunnen we een veel concretere briefing voor onze afdeling maken,” vertelt Haakmat. Een ander verschil met voorheen is volgens Schellekens de tastings. “Voorheen vergeleken we onze producten met andere vleesvervangers. Nu vergelijken we het met vlees. We willen echt de vleeseter over de streep trekken.”
Bereidheid bij consument
Het grootste verschil met een paar jaar geleden is de consument, zeggen de productontwikkelaars. “Zeker in Nederland staat de consument meer open voor nieuwe producten. Er is een grotere bereidheid om producten te proeven.” In Europa is vooral het Verenigd Koninkrijk op plek 1 wat vleesvervangers betreft. Daar is de plantaardige biefstuk van Vivera nog op de schappen. Daarna komt Nederland en Duitsland. “In andere Europese landen is nog veel te winnen.”
Textuur
Volgens Haakmat en Schellekens onderscheidt Vivera zich van de concurrenten op textuur. “We hebben veel verschillende processen om vleesvervangers te maken,” legt Haakmat uit. “Daarom hebben we veel knoppen om aan te draaien.”
Waar ze nu onder andere hard mee bezig zijn, is de uitbreiding van het plantaardig assortiment en onderzoek naar plantaardige spierstukken.
Food Future Event
Hoe Vivera van idee naar product zijn gegaan en alles wat ze onderweg zijn tegengekomen, vertellen ze op 29 september tijdens het Food Future Event.