“Als je kijkt naar de digitalisatietrend dan zie je dat het steeds meer tot de QA-, energie- en duurzaamheidsmanagers doordringt dat de kwaliteit van de meetgegevens cruciaal is”, zegt Tomaso Della Vedova, Industry Manager Food and Life Sciences bij Endress+Hauser. “Nu steeds meer KPI-gegevens op dashboards verschijnen en daar steeds meer op gestuurd kan worden, is het belangrijk dat deze data wel kloppen. En omdat wij met onze meetinstrumenten en -systemen de bron van de data zijn, doen wij op dit moment veel projecten op dat gebied.”
Della Vedova signaleert dat soms niet eens duidelijk is waar het meetpunt zit. “Onze expertise ligt in de borging van de kwaliteit van de gegevens. We lopen het hele proces door en kijken hoe de data gegenereerd worden.”
Metingen belangrijk voor energiereductie
Niet alleen voor de kwaliteitsmanager maar ook voor de energie- en duurzaamheidsmanager is de kwaliteit van meetgegevens van belang. Della Vedova: “Kijk bijvoorbeeld naar de kwaliteit van stoom. Je kunt meten hoeveel stoom in een ketel gegenereerd wordt en het proces ingaat. Maar als je niet goed meet dat een gedeelte van die stoom condenseert, dan weet je ook niet dat je naast stoom een gedeelte water je proces instuurt. Dit water is van invloed op de productsamenstelling en als die niet in orde is, kost het weer energie om het product te drogen. Procesoptimalisatie laat zien dat de productsamenstelling onlosmakelijk verbonden is met energiereductie.”
Het idee dat productieverhoging altijd gepaard gaat met een evenredig hoger energieverbruik is inmiddels ook achterhaald. Volgens Della Vedova is met het genereren van goede data en procesoptimalisatie, continue verbetering mogelijk. “En de trend is dat er steeds meer actieve data-scientists komen en daarmee steeds meer inzicht in het proces. Deze data-analisten zijn bezig correlaties te vinden tussen alle procesomstandigheden, dus tussen de procesdata en het energieverbruik, maar ook bijvoorbeeld de weersomstandigheden.”
Della Vedova schetst het voorbeeld van een frisdrankenproducent: “Deze producent wilde precies weten hoeveel energie in de vorm van stoom elke productielijn verbruikte. Ze zijn dit gaan meten vanaf de stoomketel tot en met de fles. Zo kwamen ze op een benchmark uit van zoveel megajoule per hectoliter. Deze benchmark werd vervolgens leidend voor alle fabrieken van dit internationale bedrijf. De trend is dat deze energie-KPI’s net zo belangrijk aan het worden zijn als de kwaliteits-KPI’s.”
Instrumentenbeheer voor betrouwbare data
Naar dit soort projecten kijkt Endress+Hauser vanuit twee invalshoeken. “Aan de ene kant kijken we vanuit de energiehoek, aan de andere kant kijken we naar de betrouwbaarheid van de procesinstrumenten voor het beheer van de instrumenten. De huidige generatie procesinstrumenten controleert zichzelf of ze nog goed werken. Dit is echt een nieuwe ontwikkeling, de meetinstrumenten geven een signaal aan de data-scientist als de waarde afwijkend is. En dat is belangrijk, want je onderzoekt de correlatie tussen de data. Je hebt daar een betrouwbare meter voor nodig, anders krijg je een verkeerd beeld.”
Door de hogere energieprijzen is er voor fabrieken steeds meer urgentie om van het gas af te gaan vergeleken met een paar jaar geleden. “Procestemperaturen zijn best laag in de voedingsmiddelenindustrie als je dat vergelijkt met andere industrieën. Er zijn dus bijvoorbeeld mogelijkheden voor elektrische ketels of warmtepompen. Veel fabrieken zijn bezig om in kaart te krijgen hoeveel energie ze gebruiken. Maar eerst moeten ze dus goed meten, en dan pas gaan rekenen hoe je van het gas af kunt komen. De meter is weer van belang. Want als je niet precies weet hoeveel gas je verbruikt, hoe kom je er dan vanaf?”, stelt Della Vedova.
Inline metingen van proteïnekwaliteit
Een andere trend die Endress+Hauser signaleert is dat veel nieuwe bedrijven plantaardige proteïnen ontwikkelen in verband met de alsmaar stijgende vraag naar vleesvervangers. Della Vedova: “Vanuit de farmaceutische industrie en de life sciences hebben de inline kwaliteitsmetingen nu ook in de voedingsmiddelenindustrie hun intrede gedaan. Dat is echt een nieuwe ontwikkeling. Een goed voorbeeld is Raman-spectroscopie. Daarmee meet je, inline, de kwaliteit en samenstelling van proteïnen. Een Raman-spectrum is als het ware een fingerprint van het product, kwalitatief en kwantitatief, maar ook van bijvoorbeeld een enzymatisch proces. Dit kan van onschatbare waarde zijn om het proces bij te sturen, maar ook om het te stoppen.”
Della Vedova legt uit dat veel processen tijdgestuurd zijn: “Een enzymatisch proces duurt bijvoorbeeld standaard een uur, want dan hebben alle reacties zeker plaatsgevonden. Door inline de productkwaliteit te meten, kun je wellicht constateren dat het proces na drie kwartier al gereed is. Dit scheelt veel tijd en energie. Ook bij de trend van mild processing bij bijvoorbeeld babymelkpoeder kan inline de kwaliteit, samenstelling en de hoeveelheid proteïnen en suikers bepaald worden. Dus ook hier zie je het belang van een goede meting. Het maakt dat je processen echt kunt optimaliseren.”