Eén van de doelstellingen voor 2030 is het reduceren van de CO2-uitstoot met 49 procent. Als het gaat over verduurzaming, zitten veel voedingsmiddelenproducenten nog in de studiefase. Daarin krijgen ze steeds beter zicht op de impact van die maatregelen op de productie en de kosten. Bedrijven die de plannen gereed hebben en over willen gaan op implementatie, komen erachter dat in sommige gevallen niet alles mogelijk is, of niet meteen.
Capaciteitstekort
Elektrificatie is een goed voorbeeld volgens Aart-Jan Smit. “Dat klinkt goed, maar er is niet in alle gevallen voldoende capaciteit beschikbaar op het net. Bedrijven kunnen een aanvraag doen bij gemeentes, waarbij ze aangeven dat er een verplichting ligt vanuit de Sustainable Development Goals en dat elektrificatie daaraan bij gaat dragen, maar verder hebben ze er weinig invloed op. Dus elektrificatie is niet altijd direct haalbaar, waarbij het met nieuwbouw nog lastiger is dan met een bestaand pand.”
Risico’s
Bilfinger Tebodin werkt samen met twee andere ingenieursbureaus in opdracht van TenneT aan projecten om het hoogspanningsnet aan te passen. “Dat gaat de goede kant op”, weet Smit. “Anderzijds ontwerpt Bilfinger Tebodin voor de Gasunie een bovengrondse installatie om waterstof te injecteren in lege ondergrondse zoutcavernes voor opslag. Deze installatie zal een belangrijk deel zijn van de waterstof-infrastructuur in een Nederland.” Het is volgens Smit belangrijk om klanten bewust te maken van de risico’s. “Wacht niet tot bijvoorbeeld 2028 omdat je denkt in twee jaar de doelstellingen te kunnen halen. Implementatie kost tijd.”
Korte termijn
Wat is dan wel haalbaar op kortere termijn? Smit: “Hier denken we graag over mee. Dit is vaak klantspecifiek, maar denk hierbij onder andere aan het isoleren van bestaande ruimtes, processen aanpassen om zo duurzamer te produceren en het vervangen van verouderde apparaten met een hoog energieverbruik. Als je kijkt naar warmtepompen en zonnepanelen, krijg je te maken met levertijden die op dit moment niet heel gunstig zijn, dus zet dit tijdig in gang.”
Energieverslinders
Volgens Smit is het cruciaal om oplossingen zoals warmtepompen bij bedrijven in te zetten waar de impact het grootst is. “Dat zijn de grote energieverslinders zoals sproeidrogers, want dat proces vreet energie. Er zijn nu mogelijkheden om een sproeidroger te combineren met een warmtepomp waardoor je het energieverbruik behoorlijk vermindert.” Smit vraagt zich hardop af of er wellicht ook naar het proces zelf gekeken moet worden. “Het kromme van sproeidrogers: ze creëren poeders met name voor logistiek en houdbaarheid. Die poeders gaan als grondstof naar de klant of als eindproduct naar de consument en het eerste wat die doet is de poeders weer oplossen. Het is zeker interessant om na te denken met producent, verwerker en groothandel over een oplossing.”
Personeelstekort
Naast een ontoereikend elektriciteitsnet en lange levertijden van duurzame componenten, vormt het personeelstekort een derde horde. “Veel voedingsmiddelenbedrijven focussen daarom op het produceren van hun producten en leggen andere zaken zoals engineering en onderhoud bij externe partijen neer. Wij proberen hierop in te spelen door onze klanten te voorzien met site support. We doen dus niet alleen projecten, maar kunnen ook een team leveren die ze daarbij gaan assisteren.”
Totaaloplossing voor verduurzaming
Bedrijven willen volgens Smit een totaaloplossing om duurzaamheidsdoelstellingen te halen. “Een design, build and run-oplossing voor het ontwerp, de implementatie, het opstarten en eventueel zelfs het onderhoud. Deze samenwerking kunnen we bieden samen met Bilfinger Life Science, onze zusterorganisatie, gespecialiseerd in de implementatie en het onderhoud van de productie.”
Kleine stappen
Ondanks hordes moeten de bedrijven wel vooruit met verduurzaming, zegt Smit. “Zet kleine stappen waar het kan, bijvoorbeeld met isolatie, duurzame apparatuur, warmtepompen en zonnepanelen. En maak een plan voor de langere termijn. Daarmee blijft het behapbaar. Maar dan duurt het mogelijk wel langer voordat je je doelen haalt. Hoe meer de deadline van 2030 in zicht komt, hoe groter die druk wordt op voedingsmiddelenproducenten om te verduurzamen. Breng in kaart of die kleine stapjes genoeg zijn om de uiteindelijke doelen te halen, of dat er voor 2030 meer ingrijpende investeringen nodig zijn.”
Niet complex
Bedrijven moeten ook nadenken over circulariteit, ook al is dat pas een doel voor 2050. “Alles wat je nu circulair kunt maken, is een stap. Uiteindelijk levert het ook geld op, dus waarom zou je het niet doen? Er zijn behoorlijk veel bedrijven die er al mee bezig zijn. Denk aan hergebruik van warmte die je normaal naar buiten blaast. Dat is een kleine stap. Circulariteit is niet altijd zo complex als men denkt.”
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Bilfinger Tebodin.Meer over Bilfinger Tebodin op VMT vind je hier.