Zo ziet de handhaving door de NVWA eruit in de praktijk

Zo ziet de handhaving door de NVWA eruit in de praktijk

Bedrijven die actief zijn in de productie, bereiding, opslag, handel of het transport van levensmiddelen moeten zich laten registreren of een erkenning aanvragen bij de NVWA. Welke maatregelen kan de NVWA inzetten bij controles? Hoe ziet zo'n proces eruit? In dit artikel een kort stappenplan van hoe handhaving door de NVWA in de praktijk eruitziet.

In de regel is erkenning nodig voor bedrijven die zich bezighouden met productie van levensmiddelen van dierlijke oorsprong; voor de overige activiteiten geldt een registratieplicht. Het vereiste van registratie / erkenning vloeit voort uit artikel 6 van de Hygiëne Verordening.

Interventiebeleid

Door de registraties en erkenningen kan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) toezicht kan houden op levensmiddelenbedrijven binnen onze landsgrenzen. Dit doet de NVWA op basis van haar gepubliceerde beleid, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen algemeen interventiebeleid en specifiek interventiebeleid met specifieke regels per verschillend domein. Eerder deze maand publiceerde de NVWA een update van haar overzicht interventies. Dit bevat het arsenaal aan maatregelen die zij in de handhavingspraktijk kan inzetten. Dit varieert van herstel van geconstateerde inbreuken tot het opleggen van een product recall en van een waarschuwing tot sluiting van het betrokken bedrijf. Ook publiceerde de NVWA een update van haar lijst van uitleg van begrippen die in dit kader wordt gebruikt.

Jaarlijkse inspecties

Wanneer een bedrijf onder toezicht staat van de NVWA, kunnen bedrijven in principe jaarlijks een inspectie verwachten. De NVWA controleert dan bijvoorbeeld of hygiëneprocessen zijn georganiseerd volgens HACCP-principes. Verder bekijkt de NVWA of er geen contaminaties in het productieproces plaatsvinden of dat het bedrijf werkt met gecontamineerde ingrediënten. Ook stelt de NVWA vast of het eindproduct conform specificaties wordt geproduceerd. Het kan voorkomen dat de NVWA stuit op een gecontamineerd ingrediënt en meent dat het bedrijf daarvan een melding had moeten doen. Het bedrijf heeft dat echter niet gedaan, omdat het eindproduct voldoet aan de wettelijke normen (vrij is van contaminaties). Volgens de NVWA is sprake van een beboetbaar feit. Hoe ziet dan het handhavingstraject eruit?

1. Waarschuwing en rapport van bevindingen

Tijdens het bezoek van de NVWA ontvangt het betreffende bedrijf dan waarschijnlijk al een mondelinge waarschuwing, gevolgd door een rapport van bevindingen na de inspectie. De termijn waarop het bedrijf zo’n rapport ontvangt varieert; dit is in de praktijk afhankelijk van de capaciteit van de NVWA en de urgentie die zij geeft aan afhandeling van de geconstateerde overtreding. Een waarschuwing, noch een rapport van bevindingen is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb); het bedrijf kan hiertegen dus geen rechtsmiddelen aanwenden indien zij het hiermee oneens is.

2. Besluit tot boeteoplegging

Dat kan wel in een later stadium, namelijk bij ontvangst van het voorgenomen besluit tot boeteoplegging. Daarin krijgt het bedrijf een termijn van twee weken om een zogenaamde zienswijze in te dienen. Het bedrijf verspeelt geen rechten wanneer van deze mogelijkheid geen gebruikt wordt maakt. Het kan echter wel een kans zijn om de NVWA van koers te doen veranderen, zodat uiteindelijk geen boete wordt opgelegd. Indien het bedrijf de mogelijkheid een zienswijze in te dienen voorbij laat gaan, zal een definitief besluit tot boeteoplegging volgen. Het bedrijf heeft vervolgens een termijn van zes weken om hiertegen bezwaar te maken. Dit is een fatale termijn; indien het bedrijf geen administratief bezwaar indient, kan dit niet later alsnog gedaan worden. Wel kan het bedrijf eerst een pro forma indienen, met het verzoek aan de NVWA om een termijn te stellen voor aanvulling van gronden (artikel 6:6 Awb). In de praktijk worden hiervoor twee weken verleend. Dit kan net wat extra lucht geven bijvoorbeeld tijdens de vakantieperiode.

3. Recht te worden gehoord

Zowel in een zienswijze, als bij administratief bezwaar en eventueel administratief beroep is het van belang dat het bedrijf vermeldt gehoord te willen worden. Weliswaar is de NVWA, voordat zij op bezwaar of in beroep beslist, wettelijk verplicht het bedrijf als belanghebbende te horen, zij kan daarvan afzien indien het bedrijf bijvoorbeeld niet binnen een redelijke termijn verklaart van dat recht gebruik te maken (artikelen 7:3 en 7:17 Awb). Door de wens te worden gehoord op te nemen in het bezwaar- of beroepschrift, heeft het bedrijf dat meteen kortgesloten. Tijdens een zitting kan het bedrijf vaststellen of de NVWA de schriftelijke toelichting goed heeft begrepen en zo niet, daarover discussiëren. In tegenstelling tot een zitting bij de rechter is dit vaak een informele uitwisseling van opvattingen.

4. Termijn voor besluit

Volgens de wet is de NVWA gehouden binnen zes weken op het bezwaar te beslissen (artikel 7:10 Awb). Vervolgens kan zij de beslissing ten hoogste zes weken verdagen; voor verlenging van die termijn heeft zij toestemming nodig van het bedrijf. Helaas gebeurt het in de praktijk geregeld dat na verlenging van die termijn een besluit niet tijdig wordt genomen. Indien het bedrijf niet vrijwillig instemt met verdere verlenging van de beslissingstermijn, hoeft het echter niet lijdzaam toe te zien. Het bedrijf kan de NVWA namelijk na twee weken na de datum waarop zij uiterlijk een besluit had moeten nemen in gebreke stellen. Indien het besluit van NVWA dan nog steeds uitblijft, is zij vervolgens dwangsommen verschuldigd. Om zo’n procedure te initiëren, kan het Formulier dwangsom bij niet tijdig beslissen worden gebruikt. Ik pleit er niet voor dit middel zonder meer in te zetten. Maar indien een besluit van vitaal belang is voor de bedrijfsvoering, geeft het bedrijf hiermee een duidelijk signaal af.

5. NVWA boetes en mogelijke consequenties

In vergelijking met andere gereguleerde producten (bijvoorbeeld geneesmiddelen) zijn de boetes die de NVWA doorgaans oplegt voor overtredingen van de Warenwet beperkt in omvang – reken € 525 / € 1.050 per overtreding, afhankelijk van de grootte van het bedrijf. Niettemin kan het vaststellen van zo’n beboetbare overtreding ingrijpende gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering. Indien de (vermeende) overtreding bijvoorbeeld voortkomt uit het productieproces, zal aanpassing daarvan nodig zijn om toekomstige (vermeende) overtredingen te voorkomen. Als het bedrijf van mening is dat de boete onterecht is opgelegd, ligt het voor de hand dat het bedrijf (vooralsnog) geen wijziging doorvoert in het productieproces. Echter loopt het bedrijf dan het risico bij een volgende inspectie nogmaals beboet te worden. Bij een tweede boete loopt het boetebedrag op; bij een derde boete kan een bedrijf onder verscherpt toezicht worden geplaatst. Dit houdt in dat de NVWA herinspecties op kosten van het bedrijf zal uitvoeren met het oog op verbetering. Indringender is dat indien de NVWA van mening is dat bedoelde verbetering uitblijft, zij het bedrijf ook (tijdelijk) kan sluiten.

Praktische en principiële discussies

Bovenstaand stappenplan is gebaseerd op situaties die wij in de praktijk het meeste zien. Afhankelijk van de aard van de (vermeende) overtreding, kan handhaving er ook anders uit zien. Niettemin volgt uit bovenstaande dat het in bepaalde gevallen noodzakelijk kan zijn een inhoudelijke discussie met de NVWA te voeren, zo nodig gevolgd door een discussie voor de bestuursrechter. Hiervoor is het wel noodzaak dat het bedrijf eerst het traject van bezwaar en beroep bij de NVWA doorloopt, anders staat er in principe geen beroep bij de bestuursrechter open (artikel 6:13 Awb). Bij het nalaten van een tijdig besluit staat de rechtstreekse weg naar de bestuursrechter ook open op het moment dat dwangsommen gaan lopen. Het in deze bijdrage genoemde voorbeeld betreft niet alleen een praktische vraag (‘had er gemeld moeten worden?’), maar ook een principiële vraag (‘wanneer is de meldplicht precies van toepassing?’). De wet beperkt dit tot levensmiddelen die in de handel worden gebracht. Dat is weliswaar een ruim begrip, maar omvat volgens gezaghebbende bron niet ingrediënten die nog worden verwerkt. (hier is de NVWA het echter niet mee eens, zie kader, red.) Een rechter zal doorgaans met meer afstand dan de NVWA naar dit vraagstuk kijken. Een precedent met betrekking tot dit vraagstuk is er op dit moment nog niet. Een doordachte strategie om met de NVWA in discussie te treden is daarom des te belangrijker.

Auteur: Karin Verzijden, AXON advocaten, kennispartner van VMT

Karin Verzijden

Karin Verzijden

Advocaat Axon Advocaten

Karin is een life sciences advocaat met een focus op functionele voeding en farmaceutische producten. Zij begeleidt bedrijven in de gehele keten bij de introductie van innovaties in de markt. Dit omvat de kwalificatie van nieuwe ingrediënten, het sluiten van R&D- en licentieovereenkomsten met betrekking tot deze producten en het op de markt brengen ervan met gebruik van voedings- en gezondheidsclaims. Zij adviseert daarbij ook wat betreft personalisatie van levensmiddelen en levensstijlinterventies op basis van de verplichtingen voortvloeiende uit de AVG.

Wat betreft voedingsmiddelen is Karin in het bijzonder vertrouwd met zgn. nieuwe levensmiddelen, waaronder nieuwe proteïnen zoals kweekvlees en insecten en producten vervaardigd op basis van Cannabis. Karin assisteert meerdere bedrijven op dit gebied en spreekt hierover regelmatig op nationale en internationale life sciences events, zoals het Future Food Event van VMT, de Dutch Life Sciences Conference, Vitafoods en Food Matters Live.

Karin rapporteert actuele ontwikkelingen op het gebied van het levensmiddelenrecht op haar blog www.FoodHealthLegal.eu.

Axon Advocaten is kennispartner van VMT binnen het kennisgebied Levensmiddelenwetgeving. Axon is een advocatenkantoor geheel gericht op de life sciences, waaronder food & feed.

VMT 6 (2024): Wetgeving duurzaamheid

VMT 6 (2024): Wetgeving duurzaamheid

Duurzaamheid is voor voedselproducenten geen keuze meer, maar onderdeel van wetgeving. Hoe ga je om met reststroomverwerking? Wat is de laatste stand van zaken voor verpakkingen? En wat zijn tips voor de aankomende CSDDD-wetgeving? Dit en meer in dit themanummer.

Foto: Shutterstock

Koffie- en theegigant vreest ontbossingswetgeving: 'landen riskeren...

Koffieproducerende landen riskeren dat hun export naar de Europese Unie wordt geblokkeerd als Brussel een verbod op producten uit ontboste gebieden niet uitstelt. Daarvoor waarschuwt JDE Peet's, het moederbedrijf van onder meer koffiemerk Douwe Egberts, in zakenkrant Financial Times.

Beeld: Circpack by Veolia

7 tips voor verduurzaming verpakkingen: 'Producenten die nog niet...

Op het gebied van duurzame verpakkingen krijgen voedselproducenten met steeds meer wetgeving te maken. Denk aan de SUP en de PPWR. De juiste balans tussen voedselveiligheid en duurzaamheid is soms lastig te vinden. Hoe kunnen producenten hier het beste mee omgaan? Vincent Mooij, directeur van Circpack by Veolia, geeft 7 tips.

Bernd van der Meulen omschreef Kenneth als een eigenzinnige advocaat.

NVLR: 'Bijdrage Kenneth Defares aan Nederlands levensmiddelenrecht...

Tijdens de studiemiddag van de Nederlandse Vereniging voor Levensmiddelenrecht (NVLR) is door diverse sprekers stilgestaan bij de bijdrage die Kenneth Defares heeft geleverd aan het Nederlandse levensmiddelenrecht. Defares was de secretaris van de NVLR en overleed in februari plotseling.

Foto: Shutterstock

Dit is waarom er in januari strengere regels komen voor de verkoop...

De laatste jaren is rauwe melk populair onder consumenten die op zoek zijn naar natuurlijke, onbewerkte voedingsmiddelen. Hoewel de voedselveiligheid van rauwe zuivelproducten in Nederland relatief goed is, blijft de consumptie ervan risicovol. Regels rondom verkoop worden daarom per 1 januari 2025 aangescherpt. Dit artikel zet het op een rij.

Food Law Event gemist: dit houdt het nieuwe Nederlandse allergenenbeleid in voor de industrie (video)

Food Law Event gemist: dit houdt het nieuwe Nederlandse...

Per 1 januari 2024 is er een nieuw Nederlands allergenenbeleid, vastgesteld door het ministerie van VWS. Daarnaast hebben de FNLI, het CBL en de NVWA een richtlijnendocument opgesteld. Wat staat hier precies in? En wat kunnen we verder nog verwachten op gebied van allergenen en kruisbesmetting? In deze lezing vertellen Krista Baar (Normec), Marjan van Ravenhorst (Allergenen Consultancy) en Marloes Kneppers (FNLI) meer over dit onderwerp.

Illustratie: Larissa Sas

Tip van jouw advocaat: Influencermarketing, hoe zit het precies?

KENNISPARTNER - COLUMN - Zet je als adverteerder wel eens influencers in voor je marketing? Dit is een effectieve manier om bepaalde doelgroepen te bereiken. Maar er gelden ook regels. Jouw advocaat bespreekt de belangrijkste aandachtspunten en geeft tips.

Beeld: Shutterstock

Webinar terugkijken: Voedings- of gezondheidsclaim maken? Hier ligt...

Producenten proberen zich door middel van claims te onderscheiden van andere producenten. Maar niet alles mag zomaar geclaimd worden. Hoe ziet zo'n traject van het maken van een claim eruit? Hoe weet je of een voedings- of gezondheidsclaim gemaakt mag worden? En hoe kijkt de NVWA naar dit onderwerp? Eerder was deze webinar te zien op VMT waarin drie verschillende sprekers uitgebreid inzoomen op claims.

NVWA publiceert 2 nieuwe handboeken en aangepast handboek additieven

NVWA publiceert 2 nieuwe handboeken en aangepast handboek additieven

De NVWA publiceert twee nieuwe handboeken: het handboek aroma's en het handboek enzymen. Daarnaast publiceert de NVWA ook een aangepaste versie van het handboek additieven.

Gerard Kramer, specialist agro-food 
bij Nutrilab: 
“Veel allergenen vinden hun oorsprong al op het veld of tijdens het transport.”

Nieuwe allergenenwetgeving dwingt voedingsbedrijven komend jaar tot...

Vanaf 1 januari 2026 treedt de strengere wetgeving in werking die voedingsbedrijven verplicht allergenen nauwkeurig in kaart te brengen en te kwantificeren. Een aanzienlijke verandering, vooral voor kleinere bedrijven, die tot nu toe vaak uit voorzorg 'kan bevatten'-claims hanteerden.

Beeld: Koninklijke Verkade

QA'er uit koekjesbranche: 'Wetgeving helpt me vaker dan het me...

VISIE OP WETGEVING - Voor alle Europese lidstaten geldt in principe dezelfde Europese wetgeving. Wel hebben lidstaten vaak ook nog nationale wetgeving. "Ik ben qua wetgeving blij dat ik in Europa woon, het is hier best goed geregeld", stelt Francis Driessen, QHSE manager bij Koninklijke Verkade. VMT sprak met Driessen over de bottlenecks die hij ziet op gebied van wetgeving en zijn tips voor andere QA'ers. Dit is het negende artikel in een serie.

Beeld: Shutterstock

Belangrijkste punten onderzoek etikettering: 'Hiaten in EU-wetgeving...

De Europese rekenkamer publiceerde een rapport over voedseletikettering in Europa. Uit het rapport blijkt dat het groeiende aantal claims, logo's, slogans, labels en scores verwarrend én misleidend kunnen werken. De Rekenkamer pleit voor meer Europese harmonisatie en voedselvoorlichting. VMT dook in het rapport en benoemt de opvallendste bevindingen.

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.