Cor Segers BV is groot in veredeling, verpakking en transport van kaas. Uitvalsbasis van het bedrijf is het Brabantse De Mortel. In de regio bevinden zich de vier pakhuizen: in Deurne, Geldrop, Gemert én Beek en Donk. Daarmee bevindt Cor Segers zich midden in één van de corona-brandhaarden. Dat beseft QA Manager Sabine Pennings: “Direct na carnaval kwam corona op. Wij merkten dat er méér mensen ziek waren. We gingen direct kijken wat we moesten doen, hoe we de aanvullende overheidsmaatregelen konden inpassen op onze productielocaties. Eén van de eerste dingen die we deden, is iedereen een vaste standplaats geven. Normaal gesproken streven wij naar allround medewerkers, die dus op elke locatie kunnen werken. Dat kon niet meer. Zo werden we wat minder flexibel.”
Schotten
Ook op het gebied van hygiëne nam Cor Segers maatregelen. “Handen wassen en desinfecteren zat er bij ons sowieso al in. En ook disposable handschoenen zijn hier standaard. We hadden wel een uitdaging op onze verpakkingslijn. Daar wordt nog best veel handmatig gedaan en daar was anderhalve meter afstand soms lastig. We hebben daar mobiele schotten tussen gezet en zijn, waar mogelijk, onze medewerkers wat verder uit elkaar gaan zetten. Nu blijkt dat niemand last heeft van die schotten. Misschien blijven ze dus wel.” Er werd bovendien méér naar de inrichting van processen gekeken. Zo worden pauzes in kleinere groepjes opgenomen
Bedrijfskleding
Eén van de maatregelen die Cor Segers nam, was het zoveel mogelijk terugdringen van externe leveranciers op de werkvloer. Dat had ook consequenties voor Lavans, de partij die de bedrijfskleding van Cor Segers verzorgt. Pennings: “Die boden service tot aan de kast. Daar zijn we tijdelijk mee gestopt. We weten wanneer Lavans op welke locatie komt en zetten nu zélf de vuile was bij de voordeur neer en bergen het schone goed weer op. Dat hebben we mooi flexibel ingevuld, al missen we die service eerlijk gezegd wel. Die willen we graag weer terug.” Resumerend stelt Pennings dat het Brabantse bedrijf eigenlijk niet veel last van de aangescherpte maatregelen heeft. “En dus gaan we ook nog niet versoepelen.”
Tweestrijd
Ook Simons Vleeswaren, met twee locaties in het Limburgse Roermond, handelde meteen slagvaardig. “We kwamen wel een beetje in een tweestrijd terecht”, aldus Chris Horst, Operational Manager. “Aan de ene kant wilden we de continuïteit van ons proces borgen, aan de andere kant kregen we te maken met een hogere vraag. We merkten snel dat het een voordeel was dat de lat qua hygiëneregels hier al hoog lag. We hebben bij ons handelen de mens op de eerste plaats gezet. Zo kreeg iedereen die niet fit was of koorts had het verzoek om thuis te blijven. Daarnaast zijn we onze ploegen wat gaan spreiden. Niet iedereen begon meer tegelijk, maar dat versprong wat. Ook pauzes werden door kleinere groepen tegelijk genomen.” De regels van het RIVM werden strikt nageleefd. “Tafels verder uit elkaar, anderhalve meter afstand, we zijn strepen gaan trekken. We hadden al heel wat desinfectiemateriaal en bijvoorbeeld ook een hygiënesluis naar de werkvloer. Eigenlijk ging het allemaal vrij snel en soepel. We hebben alles ook steeds open en helder gecommuniceerd.”
Extra bescherming
Uitgangspunt bij Simons Vleeswaren was: neem corona vooral serieus! Daarom werd er ook voor gekozen om niet met eigen beschermingsmiddelen te werken, maar deze collectief aan te bieden. “We hebben hoofddeksels met vaste mondkapjes aangeschaft en ook nog extra bescherming voor onder de muts”, licht Horst toe. “Handschoenen hadden onze mensen al. Die werden nu vaak al meteen bij binnenkomst gedragen. Het was geruststellend om te merken dat er al heel veel geborgd was.” Voor wat betreft de bedrijfskleding werd naar dienstverlener Lavans voorgesteld om op te schalen. Horst: “Van vier naar vijf keer per week beleveren. Dat is snel en vakkundig opgepakt. Zo kunnen onze mensen elke pauze hun kleding verwisselen. We zaten gelukkig ook ruim in onze voorraden.”
Nog niet versoepelen
Aan versoepelen wordt in Roermond vooralsnog niet gedacht. “Laten we het voorlopig maar zo blijven doen. Dan zijn we minder kwetsbaar”, stelt Horst. “Het belang van continuïteit is groot. We kijken heel kritisch naar onze processen en daardoor kunnen we die ook blijven borgen. We blijven allemaal hard werken, maar dan wel veilig en hygiënisch.”
Dit artikel is gesponsord door Lavans