Melkallergenen: maak de juiste analyse

Melkallergenen: maak de juiste analyse

KENNISPARTNER - Een grote groep consumenten heeft een melkallergie. Melk is aanwezig in een zeer groot deel van de consumentenproducten. Van melk, kaas en yoghurt tot in samengestelde producten als koekjes, sauzen en pasta's. Voor de consumenten die een allergie hebben voor melk is het van belang dat gewaarborgd wordt dat melk of afgeleide producten hiervan niet aanwezig zijn in hun voeding.

Consumenten met een melkallergie reageren op de melkeiwitten die in het product aanwezig zijn. Over het algemeen zijn caseïne en β-lactoglobuline de eiwitten waar het lichaam op reageert. Een melkallergie wordt vaak verward met een lactose-intolerantie. Bij een lactose-intolerantie heeft het lichaam een lactosedeficiëntie. Bij een melkallergie is er in veel gevallen een reactie van de IgE-antilichamen op de eiwitten uit de melk. Voor volwassenen is van koemelk het eiwit caseïne het belangrijkste allergeen, terwijl dit voor kinderen het eiwit β-lactoglobuline is.

Eiwitsamenstelling 

Koemelk bevat ongeveer 3.2% eiwit dat voor 80% uit caseïne, 10% uit β-lactoglobuline en voor ongeveer 10% uit andere eiwitten bestaat. Wanneer aan producten melk of melkpoeder is toegevoegd, dan zal de natuurlijke verhouding van deze eiwitten terug te vinden zijn. Er zijn echter ook producten die een andere verhouding van deze eiwitten bevatten. Zo bevat bijvoorbeeld wei of weipoeder veel β-lactoglobuline en kaas hoofdzakelijk caseïne. Deze eiwitsamenstelling is van belang om te weten welke analyses er uitgevoerd dienen te worden in een vervolgbatch die vrij van melkeiwitten dient te zijn.

Verschillende analyse mogelijkheden

Voor de analyse op de aanwezigheid van allergene melkeiwitten bestaan meerdere mogelijkheden. Er zijn analyses beschikbaar voor de detectie van melk. De kits die hiervoor het meest gebruikt worden, zijn gebaseerd op de natuurlijke verhoudingen van β-lactoglobuline (10%) en caseïne (80%) in melk. Op basis hiervan zal de hoeveelheid melk in het product worden gekwantificeerd.

Een melkallergie wordt vaak verward met een lactose-intolerantie”

Daarnaast is er ook de mogelijkheid om in onbehandelde, behandelde of via een proces samengestelde producten, het gehalte aan β-lactoglobuline of caseïne te bepalen. De aan- of afwezigheid van melk of melkproducten in een voedingsmiddel kan met behulp van een daarvoor ontwikkelde enzyme-linked immunosorbent assay (ELISA) worden aangetoond.

Enzyme-linked immunosorbent assay (ELISA)

De basis van deze test is een antigen-antilichaam reactie. De analyse maakt gebruik van specifieke antilichamen tegen β-lactoglobuline en caseïne. Door een standaard- of monsteroplossing aan de antilichamen toe te voegen, binden de aanwezige β-lactoglobuline of caseïne zich aan de specifieke antilichamen. Monstercomponenten die niet binden, worden weggewassen. Vervolgens wordt een conjugaatoplossing toegevoegd met antilichamen die zich binden aan het antigeen-antilichaam-complex. Zo ontstaat een antilichaam-antigeen-antilichaam-complex (een sandwich). Vervolgens wordt een oplossing toegevoegd die bij aanwezigheid van het complex blauw zal kleuren. Om deze reactie te stoppen wordt een stopoplossing toegevoegd, die de kleur zal doen omslaan naar geel. Dit is spectrofotometrisch te meten.  De gevonden extinctie is een maat voor de aanwezigheid van β-lactoglobuline en caseïne in de standaard of in het monster. Het resultaat is uitgedrukt in mg/kg.

Het belang van de juiste analyse melkallergenen

Niet voor ieder product is dezelfde ELISA-analyse voor melk te gebruiken. De kit voor melk is gebaseerd op de natuurlijke verhoudingen van β-lactoglobuline en caseïne in melk. Voor producten die melk of melkpoeder bevatten, is deze analyse betrouwbaar en zal een juist melkgehalte van het product worden geanalyseerd. Er zijn echter ook melkproducten waarin die verhouding anders ligt. Zo bevat wei, zoals gezegd, veel meer β-lactoglobuline en kaas hoofdzakelijk caseïne. Wanneer de natuurlijke verhouding in een product daarvan afwijkt, wijkt ook het kwantitatief gevonden resultaat af wanneer een kit voor totaal melk wordt gebruikt. Het is dan beter om β-lactoglobuline en caseïne separaat te analyseren. Door β-lactoglobuline en caseïne voor deze producten afzonderlijk te analyseren, zal een representatief beeld worden gevormd van de aan- of afwezigheid van melkeiwitten in een product.

Voor zowel de producent als de consument met een melkallergie is het van belang dat de juiste analyses voor de detectie van melkallergenen worden gebruikt, zodat deze voeding veilig te consumeren is voor deze groep consumenten.

Auteur: Valeska van Breugel, management assistent en media bij Nutrilab, kennispartner van VMT

FrieslandCampina en Micobel willen fuseren

FrieslandCampina en Micobel willen fuseren

FrieslandCampina en Milcobel maakten afgelopen woensdag 18 december bekend te willen fuseren. Leden-melkveehouders, medewerkers, ondernemingsraden en vakbonden zijn over het voornemen tot fusie geïnformeerd.

Food Law Event gemist: dit houdt het nieuwe Nederlandse allergenenbeleid in voor de industrie (video)

Food Law Event gemist: dit houdt het nieuwe Nederlandse...

Per 1 januari 2024 is er een nieuw Nederlands allergenenbeleid, vastgesteld door het ministerie van VWS. Daarnaast hebben de FNLI, het CBL en de NVWA een richtlijnendocument opgesteld. Wat staat hier precies in? En wat kunnen we verder nog verwachten op gebied van allergenen en kruisbesmetting? In deze lezing vertellen Krista Baar (Normec), Marjan van Ravenhorst (Allergenen Consultancy) en Marloes Kneppers (FNLI) meer over dit onderwerp.

'Vleessector hield informatie achter over populariteit vleestaks in 2021'

'Vleessector hield informatie achter over populariteit vleestaks in...

Toen er in 2021 een politieke discussie gaande was over het wel of niet invoeren van een vleesheffing, was 74% van de Nederlanders voor een prijsstijging. De Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) zou dat hebben geweten uit een peiling onder 2550 Nederlanders, maar toen hebben verzwegen. Die beschuldiging uit de TAPP-coalitie. Nederland Vleesland reageert.

Illustratie: Larissa Sas

Tip van jouw advocaat: Influencermarketing, hoe zit het precies?

KENNISPARTNER - COLUMN - Zet je als adverteerder wel eens influencers in voor je marketing? Dit is een effectieve manier om bepaalde doelgroepen te bereiken. Maar er gelden ook regels. Jouw advocaat bespreekt de belangrijkste aandachtspunten en geeft tips.

Foto: Shutterstock

Recente risicobeoordeling: dreiging vossenlintworm via...

Een recente risicobeoordeling van het Noorse Wetenschappelijk Comité voor Voedsel en Milieu (VKM) bevestigt dat de kans klein is dat de gevaarlijke parasiet Echinococcus multilocularis Noorwegen bereikt via besmette landbouwproducten. Deze conclusie is gebaseerd op grondige analyse van besmettingsroutes, monitoring van dierenpopulaties en eerder onderzoek.

Beemster kaas van CONO Kaasmakers.

Duurzame kaasproductie als onderdeel van een klimaatneutrale kaasketen

In de zuivelsector streeft CONO Kaasmakers, een kleine coöperatie van melkveehouders uit de regio Noord-Holland, naar een goede harmonie tussen koeien, boeren en kaasmakers. Deze samenwerking is niet alleen een kernwaarde, het is ook de sleutel tot het bereiken van meer dan wat individuele partijen afzonderlijk kunnen bewerkstelligen. Door de coöperatie, die als sinds 1901 bestaat, wordt niet alleen geïnvesteerd in het maken van de lekkerste kaas en een sterk merk, maar ook in een positieve toekomst voor komende generaties in de zuivelbranche.

4 tips: zo zijn plantaardige alternatieven voor zuivel aantrekkelijk voor de doorsnee consument

4 tips: zo zijn plantaardige alternatieven voor zuivel aantrekkelijk...

Maakt zuivel een comeback? De categorie plantaardige alternatieven voor zuivel groeit nog wel, maar niet overal. Trendbureau The Healthy Marketing Team dook in dit onderwerp en presenteerde op de Food Ingredients Europe de oorzaken en oplossingen voor deze categorie. VMT destilleerde 4 lessen waar productontwikkelaars hun voordeel mee kunnen doen.

Gerard Kramer, specialist agro-food 
bij Nutrilab: 
“Veel allergenen vinden hun oorsprong al op het veld of tijdens het transport.”

Nieuwe allergenenwetgeving dwingt voedingsbedrijven komend jaar tot...

Vanaf 1 januari 2026 treedt de strengere wetgeving in werking die voedingsbedrijven verplicht allergenen nauwkeurig in kaart te brengen en te kwantificeren. Een aanzienlijke verandering, vooral voor kleinere bedrijven, die tot nu toe vaak uit voorzorg 'kan bevatten'-claims hanteerden.

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.