Pesticiden zijn soms nodig om voedselbederf of aantasting te voorkomen. Tegelijkertijd zijn er steeds meer geluiden te horen om zo min mogelijk pesticiden te gebruiken, omdat dat beter is voor onze gezondheid én die van het milieu. "Kennis en innovatie zorgen ervoor dat het aantal gebruikte gewasbeschermingsmiddelen daalt", stelt Van Damme. "Ik merk bij mijn klanten dat zij minder middelen gebruiken. Ze streven naar een betere teelt met minder middelen. Ook de Rijksoverheid stimuleert een drastische afname van het gebruik vóór 2030. Supermarkten stellen vaak al strengere eisen dan de wettelijk toegestane norm. Zo moeten telers al voldoen aan hoge eisen, als zij hun product aan een retailer willen verkopen."
Minder overschrijdingen?
"Nee, dit zorgt er niet voor dat het aantal overschrijdingen óók automatisch daalt", vertelt Van Damme. "De residulimieten gaan steeds verder omlaag. Daarmee daalt het aantal toegestane en gebruikte middelen, maar de overschrijdingen blijven ongeveer gelijk."
Volgens de ervaren accountmanager gebruiken telers vaker natuurlijke, nieuwe middelen: "Het zijn middelen die duurzamer zijn, maar daardoor ook vaak minder effectief zijn. Producenten denken wel goed mee in het verduurzamen van hun gewasbeschermingsproducten. Alle middelen hebben eigenlijk wel voor- en nadelen. Natuurlijke middelen kunnen ook schadelijk zijn voor de planten of het milieu. Ik zie op dit moment dat klanten vaak muntolie gebruiken of biociden en biostimulanten. Daar zit ook minder wetgeving op."
Efficiënter spuiten
Niet alleen nieuwe – natuurlijke – middelen zorgen voor een afname van de klassieke gewasbeschermingsmiddelen. Ook precisielandbouw draagt daaraan bij. Van Damme: "Ook hoeveel de teler spuit, doet ertoe. Met een beter en efficiënter spuitpatroon zijn minder gewasbeschermingsmiddelen nodig."
"Door te kijken naar welke gewassen bestrijdingsmiddelen nodig hebben en welke niet, is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen veel gerichter daar waar nodig. Maar het seizoen kan ook van invloed zijn op het gebruik van het aantal gewasbeschermingsmiddelen. Hoe meer vocht, hoe meer kans op schimmels. Misschien dat de cijfers gaan keren na dit natte seizoen."
Mix van middelen
Zolang de residulimieten op voedingsproducten onder de norm blijven, is de veiligheid geborgd. Dat was lang het uitgangspunt. Bij EenVandaag lieten experts recent een tegengeluid horen. Zij vinden dat de normering van pesticiden geen rekening houdt met de optelsom van gewasbestrijdingsmiddelen of toxische stoffen die mensen binnenkrijgen via voeding of die al voorkomen in onze leefomgeving.
Bovendien eet een mens niet eenmalig een voedingsproduct, maar zijn hele leven lang, stellen zij. Ze pleiten daarom voor meer onderzoek naar wat de mix van middelen met mens en milieu doet. De NVWA en het RIVM werken aan een nieuwe onderzoeksmethode en de Universiteit van Wageningen en Nijmegen doen onderzoek.
"Gewasbeschermingsmiddelen zijn niet alleen potentieel schadelijk voor de gezondheid en het milieu in grotere hoeveelheden, ze kosten ook geld. Daarom geldt: hoe gecontroleerder het gebruik, hoe minder bestrijding er nodig is en des te minder risico is er op een overschrijding van de wettelijke norm. Ook hoe goed je alle stappen in de keten kent, maakt het verschil. Of meloenen drie keer onderzocht worden – in iedere stap in de keten – of dat leverancier 1 de data deelt met leverancier 2 en 3. Het maakt verschil om de stappen in de keten goed inzichtelijk te hebben", vertelt Van Damme.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Eurofins.