Ook de persluchtindustrie heeft te maken met duurzaamheidsuitdagingen. BOGE is zich daarvan bewust. Daarom heeft de persluchtspecialist zijn koeldrogers van de serie DS-2 in het lage vermogensbereik geschikt gemaakt voor het koelmiddel R513A. Dit heeft een beduidend lager aardopwarmingsvermogen dan het tot nu toe gebruikte koelmiddel, terwijl de prestaties op peil blijven. Het resultaat is een energiezuinige drogerserie met de laagste CO2-footprint op de markt.
Zelfde vermogensbereik, lagere GWP-waarde
Om de CO2-footprint van zijn koeldrogers te optimaliseren, kiest BOGE daarom sinds december voor een nieuw koelmiddel. Zo gebruikt de persluchtspecialist voor zijn serie DS-2 in het vermogensbereik tot 10 m³/min nu het koelmiddel R513A in plaats van R134a. Hiermee kan de GWP-waarde (Global Warming Potential) met ongeveer 60 procent worden teruggedrongen: van 1430 tot 573. Daardoor daalt ook het CO2-equivalent, dat wil zeggen, het effect van het middel op het klimaat vergeleken met kooldioxide. Het broeikaseffect van het nieuwe koelmiddel in de bekeken periode van 100 jaar is beduidend lager dan voorheen. Bovendien hebben de koeldrogers van BOGE over het algemeen minder koelmiddel nodig dan vergelijkbare modellen van andere fabrikanten, wat ook een positief effect heeft op het milieu. Nog een pluspunt van de DS-2-serie: het koelmiddelcircuit is hermetisch gesloten. Daarmee komt in overeenstemming met de F-gassenverordening EU 517/2014 de controleplicht te vervallen. De koeldroger scoort dus niet alleen met voordelen voor het milieu, maar ook in economisch opzicht.
F-gassen verminderen
Betekenis van de F-gassenverordening voor de persluchtindustrie
De F-gassenverordening moet ertoe bijdragen de uitstoot door de industrie in de periode tot 2030 met 79% te verminderen. Centraal staat daarbij de vermindering van de uitstoot van gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen) in de EU. In een gefaseerd proces ('phase-down') worden de in de EU in omloop gebrachte gefluoreerde broeikasgassen stap voor stap teruggebracht tot 21% in 2030, waarbij de uitgangssituatie op basis van de jaargemiddelden in de periode 2009-2012 op 100% is vastgesteld. In de eerste fase zijn koelmiddelen met een GWP-waarde van meer dan 2500 sinds januari 2020 verboden. In de tweede fase mogen tot 2022 geen F-gassen met een GWP-waarde van meer dan 750 worden gebruikt en in de derde fase mogen tot 2030 geen F-gassen met een GWP-waarde van meer dan 150 worden gebruikt.
Regeling voor stationaire koelinrichting
Omdat koeldrogers in de categorie stationaire koelinrichtingen moeten worden ingedeeld, gelden voor die toestellen aparte regelingen. Zo hoeven de momenteel gebruikte koelmiddelen slechts een GWP-waarde van minder dan 2500 te hebben. Maar met de overstap naar R513A zet BOGE al in een vroeg stadium de nieuwe koers uit en vervangt het oude koelmiddel nog vóór de wettelijke verplichting ingaat. Bovendien wordt in de verordening vastgelegd of en hoe vaak stationaire koelinrichtingen moeten worden onderworpen aan een controle op lekkage.
Vrijgesteld van verplichte controles
Afhankelijk van de categorie moet deze controle elke drie maanden tot elk jaar worden uitgevoerd, wat gepaard gaat met de kosten die daarvoor staan. Omdat BOGE-koeldrogers van de serie DS-2 zowel een hermetisch gesloten koelmiddelcircuit hebben als een CO2-equivalent van minder dan 10 ton, zijn ze vrijgesteld van de verplichte controles.