In 2018 was de maat vol voor Lavans. Het familiebedrijf, expert in bedrijfskleding, vloer- en sanitaire hygiëne, kon vanwege lange levertijden bij leveranciers de eigen klanten niet snel genoeg van bedrijfskleding voorzien. “De levertijden liepen op tot wel veertien weken”, vertelt Lavans-directeur Tristan van der Waart.
“Daar hadden onze leveranciers hun redenen voor, zoals een geringe beschikbaarheid van grondstoffen, maar het probleem werd daarmee niet verholpen. We concludeerden dat we niet langer afhankelijk wilden zijn van leveranciers voor onze eigen bedrijfsvoering en de dienstverlening richting klanten. Toen startte ons avontuur.”
Na uitgebreide research viel de keuze begin 2019 op een productielocatie in Noord-Macedonië. Van der Waart: “Wij hebben daar een eigen hal ingericht waar nu dagelijks vijftig medewerkers voor Lavans werken. Het atelier is inmiddels ruim een jaar volledig operationeel en de levertijd bedraagt nu drie à vier weken. Dan bedoel ik het traject van doek tot gedragen kledingstuk bij de klant. Dat is in de bedrijfskledingbranche echt bijzonder snel.”
Kennispartner voor de voedingsindustrie
Snelle levertijden van schone bedrijfskleding ziet Lavans als cruciaal voor de voedingsindustrie. Het is een sector waarin Lavans haar klantenbestand al jaren gestaag ziet groeien, licht Van der Waart toe. “Voedingsmiddelenbedrijven onderkennen het belang van voedselveiligheid en hygiëne. We zien in onze wasserij dan ook een verschuiving naar high-care en cleanroom. We zijn daarin echt een kennispartner voor de voedingsindustrie. We beschikken over alle relevante certificaten waaronder ISO:22000, als enige wasserij in Nederland. Lavans is zich erg bewust van de belangrijke rol die kleding speelt in het productieproces van de klant. We staan ook open voor audits door bedrijven en kunnen processen klantspecifiek inregelen. Foodbedrijven komen graag kijken in onze vernieuwde wasserij in Helmond om met eigen ogen te beoordelen hoe we werken.”
Voordelen voor bedrijven
Het eigen atelier in Noord-Macedonië stelt Lavans in staat om flexibel in te spelen op de wensen van klanten. “Waar andere leveranciers geen zin hebben om drie stuks kleding te maken, doen wij dat wel. Het vervaardigen van kleinere producties is de kracht van deze locatie. We hebben een eigen ontwerper en een bureau dat patronen maakt, we zetten emblemen op de kleding en maken proefmodellen in ons eigen atelier. De klant kan het kledingstuk zelf beoordelen aan de hand van een monster in plaats van een lijntekening. En als de klant iets wil veranderen of bijbestellen, kan dat ook op korte termijn. We hebben nu regie over de hele keten.”
Continuïteit en snelheid zijn voor klanten van Lavans de grootste voordelen van het nieuwe productieproces, aldus Van der Waart. “We hebben nu betere voorraadposities. Door COVID-19 zijn ateliers van sommige leveranciers dicht gegaan. Doordat wij veel voorraad doek hebben aangelegd, kunnen wij open blijven en is de continuïteit geborgd. Voor onze klanten is dat erg prettig. Op onze hoofdlocatie in Helmond is bovendien voorraad voor vervanging en aanvulling aanwezig.”
Hoge kwaliteitseisen
Lavans hanteert dezelfde standaarden voor de locatie in Noord-Macedonië als in Nederland, vertelt Van der Waart. “We voldoen aan de hoogste eisen en houden rekening met alle certificeringen. We voeren strenge kwaliteitscontroles uit, geen kledingstuk ontsnapt aan onze aandacht.” Het van scratch af aan opbouwen van een eigen productielocatie is geen sinecure, beaamt de Lavans-directeur. “Het vraagt een enorme investering en je komt in een heel andere cultuur terecht. Dat moet je ervaren. We sturen continu bij.”
Lavans hecht veel waarde aan goede arbeidsomstandigheden voor de medewerkers in Noord-Macedonië. Van der Waart: “Een goede kantine en airconditioning zijn in Nederland heel normaal, maar daar zeker niet. Wij betalen een salaris dat boven het minimumloon ligt en sturen attenties op feestdagen. Daarnaast implementeren wij ons eigen HR-beleid in het atelier, zodat medewerkers zich kunnen ontwikkelen en zich echt onderdeel van Lavans voelen. Als ik daar kom en de mensen zie die er werken, maakt mij dat wel trots ja.”
Dit artikel is gesponsord door Lavans