Is actieve openbaarmaking van inspectieresultaten te voorkomen?

Is actieve openbaarmaking van inspectieresultaten te voorkomen?

KENNISPARTNERARTIKEL - Sinds 1 september 2020 heeft de NVWA de bevoegdheid om bepaalde inspectieresultaten (inclusief de identificatie van het geïnspecteerde bedrijf) sneller dan voorheen openbaar te maken. Welke feitelijke criteria kunnen levensmiddelenbedrijven aanvoeren ter voorkoming van naming & shaming?

De snellere openbaarmaking kan plaatsvinden op grond van het Besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet (hierna: Besluit Openbaarmaking), zoals VMT reeds aankondigde afgelopen zomer.

Voor 1 september 2020 lag de juridische grondslag voor openbaarmaking uit eigen beweging met name in artikel 8 van de Wet openbaarheid bestuur, ook wel bekend als de Wob. Op grond daarvan ontstaat voor het betrokken bestuursorgaan, bijvoorbeeld de NVWA, de plicht tot verstrekken van informatie wanneer aan de eisen in de Wob zijn voldaan, waaronder de individuele belangenafweging ter voorkoming van onevenredig nadeel als gevolg van de publicatie.

Openbaarmaking op grond van het Besluit Openbaarmaking brengt verschillende veranderingen met zich mee. Zo is openbaarmaking overeenkomstig het Besluit Openbaarmaking niet gebonden aan een belangenafweging: openbaarmaking van informatie zal simpelweg geschieden wanneer aangewezen in de betreffende bijlage bij het Besluit Openbaarmaking. Bedrijven die publicatie van hen aangaande informatie wensen te voorkomen, zullen zich daarom moeten beroepen op feitelijke criteria, zoals het bevatten van onjuiste informatie of uitgezonderde informatie zoals opgesomd in artikel 44(5) van de Gezondheidswet.

Relevant voor alle levensmiddelenbedrijven?

Deze additionele rechtsgrond voor openbaarmaking door de NVWA geldt tot op heden slechts voor een beperkt aantal toezichtsdomeinen, namelijk de inspectieresultaten van de NVWA met betrekking tot:

  • visafslagen,
  • horeca,
  • projectmatige onderzoeken naar de veiligheid van waren, niet zijnde eet- en drinkwaren.

Deze toezichtsdomeinen kunnen in de toekomst worden uitgebreid, zo blijkt uit de Nota van Toelichting bij het Besluit Openbaarmaking.

Voor bedrijven met zogenoemde borderline-producten die tussen verschillende regelgevingsregimes laveren, is het echter relevant om te weten dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een bredere bevoegdheid heeft tot actieve openbaarmaking van inspectieresultaten onder het Besluit Openbaarmaking. Sinds 1 februari 2019 maakt de IGJ op basis van dit besluit al informatie openbaar inzake o.a. naleving van de Geneesmiddelenwet. Dit betekent dat wanneer de IGJ handhavend optreedt inzake een voedingssupplement of ander levensmiddel dat zij, al dan niet terecht, als (ongeregistreerd) geneesmiddel kwalificeert, zij verplicht kan zijn de betreffende toezichtsinformatie openbaar te maken. Hetzelfde geldt voor handhaving op grond van de Wet op de medische hulpmiddelen (denk aan dieetpreparaten) en de Opiumwet (denk aan CBD- en andere cannabisproducten).

Een voorbeeld: melatonine-houdend levensmiddel bestempeld als geneesmiddel

Een voorbeeld van een levensmiddelenbedrijf dat werd geconfronteerd met openbaarmaking overeenkomstig het Besluit Openbaarmaking door de IGJ betreft een bedrijf in melatonine-houdende producten. De IGJ had het voornemen om een inspectierapport inzake deze producten te publiceren, waaruit zou volgen dat de betreffende producten kwalificeren als geneesmiddelen en dat het betrokken levensmiddelenbedrijf deze daarom ten onrechte op de markt zou brengen zonder in het bezit te zijn van de vereiste vergunningen op grond van de Geneesmiddelenwet. Het betrokken levensmiddelenbedrijf heeft zich tot de voorzieningenrechter gewend ten behoeve van het verkrijgen van een voorlopige voorziening ter schorsing van het openbaarmakingsbesluit. Op 8 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in deze zaak.

Mogelijke feitelijke criteria ter voorkoming van openbaarmaking

Hoewel openbaarmakingsbesluiten op grond van het Besluit Openbaarmaking een gebonden karakter hebben waar geen individuele belangenafweging aan te pas komt, geeft bovengenoemde melatoninezaak een goed inzicht in de feitelijke criteria die desondanks aangevoerd kunnen worden om openbaarmaking te voorkomen. In deze zaak beriep het levensmiddelenbedrijf zich op de volgende argumenten.

  • Onderhavige inspectierapport uitgezonderd van openbaarmaking

Artikel 3.1(a) van onderdeel II van de bijlage bij het Besluit Openbaarmaking sluit bepaalde toezichtsinformatie uit van openbaarmaking, waaronder de uitkomsten van controle en onderzoek die zijn vastgesteld naar aanleiding van een melding. Het betrokken levensmiddelenbedrijf (hierna: Verzoekster) stelt zich op het standpunt dat het onderhavige inspectieonderzoek zou zijn gestart naar aanleiding van een melding of handhavingsverzoek door een concurrerende aanbieder. Dit zou betekenen dat het inspectierapport niet openbaar mag worden gemaakt.

In de onderhavige zaak kan de voorzieningenrechter zich echter niet vinden in dit standpunt en oordeelt dat het inspectierapport in duidelijk verband staat met een eerdere brief van de IGJ aan Verzoekster waarin zij de intensivering van het toezicht op melatonine-bevattende producten aankondigt. Bovendien kan de voornoemde melding van de concurrent niet uit het dossier worden afgeleid.

De voorzieningenrechter sluit zich daarnaast aan bij het standpunt van de IGJ dat het inspectierapport geen boeterapport betreft (het rapport is opgesteld in het kader van toezicht en geeft slechts aan dat Verzoekster bij separaat besluit zal worden geïnformeerd over de op te leggen maatregel). Dat Verzoekster eerder een schriftelijke waarschuwing heeft ontvangen wegens overtreding van de Geneesmiddelenwet, doet hier niet aan af. Het inspectierapport is daarom tevens niet uitgezonderd van openbaarmaking op grond van artikel 3.1(a)(ii) van onderdeel II van de bijlage bij het Besluit Openbaarmaking, waarin een uitzondering wordt gemaakt voor “uitkomsten van controle en onderzoek die ten grondslag worden gelegd aan besluiten tot het opleggen van een bestuurlijke boete”.

  • Openbaarmaking in strijd met doel Gezondheidswet: achterhaalde wetenschappelijke onderbouwing conclusies IGJ

Het doel van openbaarmaking op grond van de Gezondheidswet betreft, in de bewoording van artikel 44(1) van de Gezondheidswet, het bevorderen van naleving van de regelgeving, het publiek inzicht te geven in de wijze waarop toezicht en uitvoering van het Besluit Openbaarmaking worden verricht en wat de resultaten van die verrichtingen zijn. Op grond van artikel 44a(9) van de Gezondheidswet dient openbaarmaking achterwege te blijven wanneer dit strijdig is of kan zijn met het doel van de wet. Verzoekster stelt zich op het standpunt dat publicatie van het onderhavige inspectierapport niet bijdraagt aan een betere bescherming van het publiek of een betere voorlichting over de werking van melatonine, waardoor publicatie achterwege zou moeten blijven. Meer specifiek klaagt Verzoekster dat het rapport (i) evidente fouten en onzorgvuldigheden bevat, (ii) de indruk wekt dat het om een boetebesluit gaat en (iii) een foutief gehanteerd toetsingskader plaatsvindt om te bepalen of aan de kwalificatie van geneesmiddel wordt voldaan.

De voorzieningenrechter merkt hierover allereerst op dat het feit dat Verzoekster zich niet kan vinden in de conclusies van het inspectierapport, niet betekent dat het rapport daarom evidente onjuistheden bevat. In de kern, zo begrijpt de voorzieningenrechter, stelt Verzoekster zich op het standpunt dat de IGJ ten onrechte een dagdosering van 0,3 mg melatonine bepalend heeft geacht voor de grens tussen levensmiddel en geneesmiddel. Daarbij zou de IGJ niet hebben aangetoond dat producten met een dagdosering van 0,3 mg melatonine daadwerkelijk werking als geneesmiddel hebben. In de productbeoordelingen wordt bovendien naar verouderde wetenschappelijke publicaties verwezen (een recentere studie van een van de auteurs hiervan alsmede recentere EFSA-rapporten zouden niet zijn meegenomen in het inspectierapport), terwijl volgens vaste rechtspraak rekening moet worden gehouden met de huidige stand van de wetenschap. De voorzieningenrechter is het daarom met Verzoekster eens dat de IGJ “onvoldoende inzichtelijk [heeft] gemaakt dat vanaf een dagdosis melatonine van 0,3 mg of meer wetenschappelijk – naar de huidige stand van de wetenschap – een ‘noemenswaardig en gunstig effect op verschillende fysiologische functies van het lichaam’ optreedt en dat producten met een dagdosering van melatonine van 0,3 mg of meer een werking als geneesmiddel hebben.” De voorzieningenrechter gaat echter niet mee in de stelling van Verzoekster dat openbaarmaking in strijd is met het doel van de Gezondheidswet. In plaats daarvan zoekt de rechter aansluiting bij de zogenoemde algemene beginselen van behoorlijk bestuur en oordeelt dat het openbaarmakingsbesluit onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en gemotiveerd.

  • Onjuiste feiten

Verzoekster voert aan dat het inspectierapport diverse onjuistheden bevat, waaronder de onjuiste informatie dat Verzoekster zelf melatonine zou produceren. Deze onjuistheden had Verzoekster reeds aangekaart in haar reactie op de conceptversie van het rapport, maar dit heeft niet geleid tot aanpassingen in de te publiceren eindversie van het rapport. De voorzieningenrechter oordeelt hierover dat de IGJ de stellingen van Verzoekster nader dient te onderzoeken en het rapport, indien nodig, dient aan te passen. Een zorgvuldige en correcte inhoud van het rapport is immers vereist. Het enkele feit dat Verzoekster de mogelijkheid heeft gekregen om op de conceptversie van het rapport te reageren en dat de IGJ hier in het openbaarmakingsbesluit een reactie op heeft gegeven, maakt nog niet dat aan dit vereiste is voldaan.

  • Strijd met artikel 8 EVRM: openbaarmaking grote impact op imago Verzoekster

Verzoekster stelt dat de voorziene openbaarmaking een grote impact zal hebben op het imago van Verzoekster en de bij de onderneming betrokken natuurlijke persoon. Dit levert strijd op met artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) dat het recht omvat op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven. In de Memorie van Toelichting op de Wijziging van de Gezondheidswet en de Wet op de Jeugdzorg wordt hier uitgebreid op ingegaan. Hierbij wordt vooropgesteld dat bij de openbaarmaking van inspectiegegevens doorgaans geen sprake is van inmenging in het privéleven, omdat de openbaarmaking normaliter ziet op gegevens die betrekking hebben op rechtspersonen en niet op privépersonen. In bovengenoemde Memorie van Toelichting wordt dan ook de conclusie getrokken dat artikel 8 EVRM niet in de weg staat aan openbaarmaking op grond van de Gezondheidswet. Desalniettemin is de rechter uiteraard te allen tijde bevoegd om een openbaarmakingsbesluit te toetsen aan dit artikel, waarbij deze mogelijk toch een belangenafweging zal moeten maken. In de onderhavige zaak ziet de voorzieningenrechter echter geen aanleiding om schending van artikel 8 EVRM aan te nemen.

Hoewel uit bovenstaande blijkt dat de voorzieningenrechter zich niet in alle door Verzoekster aangedragen argumenten kan vinden, wordt niettemin het verzoek om schorsing van publicatie van het gewraakte inspectierapport gehonoreerd. Dit gebeurt op basis van feitelijke criteria die afdoende zijn onderbouwd. Met name het (impliciete) beroep op afwezigheid van een voldoende feitelijke basis voor de conclusies in het inspectierapport raakt de kern van de openbaar te maken informatie.

Conclusie

Snelle actie is vereist om actieve openbaarmaking van inspectieresultaten op grond van het Besluit Openbaarmaking tegen te houden, omdat deze in de regel na twee weken worden gepubliceerd. Dit is van belang voor levensmiddelenbedrijven actief in de toezichtsdomeinen van de NVWA zoals aangewezen in het Besluit Openbaarmaking, maar ook voor levensmiddelenbedrijven die zich op het grensvlak van wetgeving onder het toezicht van de IGJ bevinden. Om een openbaarmakingsbesluit te schorsen, zal een kort geding aanhangig moeten worden gemaakt. Het Besluit Openbaarmaking voorziet immers niet in de mogelijkheid om vóór publicatie eerst een zienswijze in te dienen. Getroffen bedrijven kunnen zich daarbij niet beroepen op het lijden van onevenredig nadeel als gevolg van de publicatie. Publicatie op grond van het Besluit Openbaarmaking is namelijk niet onderworpen aan een individuele belangenafweging (behoudens een afweging op grond van artikel 8 EVRM, voor zover relevant). Hoewel de argumenten die bedrijven kunnen aanvoeren om publicatie te voorkomen daarom meer gelimiteerd zijn dan bij openbaarmaking op grond van de Wob, betekent dit niet dat bedrijven niet succesvol tegen een voornemen tot openbaarmaking kunnen opkomen. Bovengenoemde melatoninezaak betreft hier een voorbeeld van: conclusies die niet zijn gebaseerd op de meest recente wetenschap mogen zonder afdoende motivering niet worden gepubliceerd. Ook dienen feiten die vermeend worden onjuist te zijn, nader te worden onderzocht.

Auteur: Jasmin Buijs, advocaat bij Axon Advocaten, kennispartner van VMT

Jasmin Buijs

Jasmin Buijs

Advocaat Axon Advocaten

Jasmin is een life sciences advocaat en heeft zich gespecialiseerd in het levensmiddelenrecht aan de WUR. Daar heeft zij haar juridische achtergrond verrijkt met kennis over producteigenschappen en voedselveiligheid. Jasmin begeleidt graag startende ondernemingen bij het op de markt brengen van hun innovatieve ideeën. Ze behandelt allerhande vraagstukken met betrekking tot levensmiddelen en diervoeder, zoals met betrekking tot de kwalificatie van producten, autorisatie dossiers, reclame en etikettering, alsmede op het gebied van gegevensbescherming. Tot slot kent Jasmin ook het Chinese levensmiddelenrecht en doceert zij dit als vak aan de WUR.

Jasmin rapporteert samen met haar collega Karin Verzijden actuele ontwikkelingen op het gebied van het levensmiddelenrecht op de blog www.FoodHealthLegal.eu.

Axon Advocaten is kennispartner van VMT binnen het kennisgebied Levensmiddelenwetgeving. Axon is een advocatenkantoor geheel gericht op de life sciences, waaronder food & feed.

Beeld: Shutterstock

Nieuwe versie Handboek Etikettering: dit zijn de 4 grootste...

De NVWA publiceerde recent versie 9 van het Handboek Etikettering van Levensmiddelen. In deze nieuwe versie voerde de NVWA enkele wijzigingen door. Onder andere op gebied van kruisbesmetting, uiterste consumptiedatum en etikettering van chocolade. In dit artikel de belangrijkste wijzigingen op een rij.

Beeld: Shutterstock

Webinar: Voedings- of gezondheidsclaim maken? Hier ligt de focus van...

Producenten proberen zich door middel van claims te onderscheiden van andere producenten. Maar niet alles mag zomaar geclaimd worden. Hoe ziet zo'n traject van het maken van een claim eruit? Hoe weet je of een voedings- of gezondheidsclaim gemaakt mag worden? En hoe kijkt de NVWA naar dit onderwerp? Tijdens deze webinar zoomen drie verschillende sprekers uitgebreid in op claims.

tegengaan milieuschade

Europees Hof over EU-biologo op producten uit derde landen:...

De Europese Unie beschouwt de Amerikaanse biologische wetgeving als gelijkwaardig aan de Europese. Op sommige punten wijkt deze Amerikaanse bio-wetgeving echter iets af van Europese. Mag in dat geval het EU-biologo op het Amerikaanse product worden gebruikt? In dit artikel meer over de uitspraak van de Europese rechter.

Beeld: Shutterstock

NVWA wijzigt Infoblad 85: nu ter consultatie bij bedrijfsleven

De NVWA voert bepaalde wijzigingen ter actualisatie door in Infoblad 85. Het informatieblad gaat vanaf nu door onder de naam Handboek Levensmiddelenmicrobiologie. In het handboek staan toelichtingen op teksten uit Verordening Nr. 2073/2005. Het handboek ligt nu ter consultatie bij het bedrijfsleven, die tot en met 31 december dit jaar kunnen reageren.

NVWA: Meer dan helft claims manukahoning misleidend

NVWA: Meer dan helft claims manukahoning misleidend

Meer dan de helft van de 38 onderzochte websites die manukahoning aanbieden, gebruikt misleidende medische claims.

Kwetsbaren lopen hoger risico op ziekte door salmonella in gehakt

Kwetsbaren lopen hoger risico op ziekte door salmonella in gehakt

Onderzoekers van de Centers for Disease Control and Prevention (CDC) hebben cruciale verbanden ontdekt tussen sociaaleconomische factoren - zoals inkomen, opleidingsniveau en armoede - en een verhoogd risico op salmonella-infecties die verband houden met de consumptie van rundergehakt.

Beeld: Shutterstock

Recall analyse: Vleeswaren vaakst teruggehaald, gevolgd door...

ANALYSE - Elk jaar meldt de NVWA voedsel recalls en waarschuwingen. Deze producten worden om verschillende redenen teruggeroepen, bijvoorbeeld vanwege besmettingen met listeria of salmonella. Maar hoe ontwikkelden de aantallen recalls zich de afgelopen 7 jaar? Om welke redenen werden producten teruggeroepen? VMT brengt de cijfers van de toezichthouder van de afgelopen 7 jaar in kaart.

Beeld: Shutterstock

Additieven weglaten uit de lijst van ingrediënten? In deze gevallen...

ANALYSE - De ingrediëntenlijst op een etiket geeft gedetailleerd inzicht in de samenstelling van het product. Regelgeving geeft duidelijke instructies over deze lijst. Maar vaak is er discussie of een additief weggelaten mag worden, want een E-nummer minder in de lijst is vaak een grote wens. Dit artikel haalt de kennis op over deze regels en legt uit hoe je deze correct toepast.

Meldplicht NVWA: dilemma's en oplossingen besproken op het Food Safety Event

Meldplicht NVWA: dilemma's en oplossingen besproken op het Food...

De voedingsindustrie heeft een eigen verantwoordelijkheid om geen onveilige producten en grondstoffen in de handel te brengen. Onveilige levensmiddelen of ingekochte goederen moeten worden gemeld bij de NVWA. Maar over de details van de meldplicht leven in de industrie veel vragen. Daarover gaat een sessie met de toezichthouder op het Food Safety Event op 19 november.

Beeld: NVWA

NVWA wil striktere hygiëne tegen vogelgriep en varkenspest

Vervoerders van onder meer pluimvee, eieren en varkens moeten "dringend" hun hygiënemaatregelen aanscherpen om verspreiding van de vogelgriep en Afrikaanse varkenspest te voorkomen. Daartoe roept de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) de sector op. Die noemt het strikt opvolgen van een stappenplan voor de reiniging van onder meer vervoermiddelen "essentieel om verdere verspreiding van vogelgriep en varkenspest via diertransport te kunnen beperken".

Foto: Shutterstock

NVWA wil maatregelen vleesindustrie om dierenleed

De vleessector moet zich meer inspannen voor dierenwelzijn, vindt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De autoriteit reageert daarmee op een rapport van het Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek (BuRO), een onafhankelijk adviesorgaan binnen de NVWA. Het bureau maakte een risicobeoordeling van de gevaren van dierenwelzijn, dierengezondheid en volksgezondheid in de roodvlees- en grofwildketen.

Pluimveeverwerkers roeren zich in vleesdebat met dagbladadvertentie: 'verdienen meer waardering'

Pluimveeverwerkers roeren zich in vleesdebat met dagbladadvertentie:...

De Nederlandse Vereniging van de Pluimveeverwerkende Industrie (Nepluvi) plaatst sinds donderdag in grote landelijke dagbladen advertenties waarin wordt uitgelegd dat de sector in Nederland te weinig waardering krijgt. "En dat is best vreemd als je beseft dat vlees voedzaam is, dat Nederland tot de koplopers behoort qua productie en verwerking, en dat nagenoeg iedereen vlees eet."

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.