Deze doelstelling volgt onder andere uit de European Strategy for Plastics. Een mooi streven, en voor sommigen gaat dit zelfs nog niet rap genoeg. De ondergetekenden van de Plastics Pact beogen dit resultaat al in 2025 te behalen. Deze einddatum van 2025 heeft ook Nestlé gesteld aan haar verpakkingen, zoals VMT kort geleden berichtte.
Vorig jaar publiceerde VMT dat de flessen van Lipton sinds dit jaar al zijn gemaakt van 100% gerecycleerd plastic. Om onder andere recyclage van plastics te bevorderen wordt binnenkort bovendien de zogenoemde Europese Single-use plastics Richtlijn (Richtlijn 2019/904) ingevoerd. In Nederland zal deze Richtlijn uiterlijk op de datum van toepassing, 3 juli 2021, door middel van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) worden geïmplementeerd. Hiervoor zal deze maand een internetconsultatie van start gaan.
Gerecycleerde materialen en voorwerpen
Dat het gebruik van gerecycleerde materialen en voorwerpen om milieuredenen in de EU wordt aangemoedigd, was al verwoord in overweging 24 van de Europese kaderverordening inzake voedselcontactmaterialen (Verordening 1935/2004). Hierbij mogen voedselveiligheid en bescherming van de consument echter niet uit het oog worden verloren. Voedselverpakkingsmaterialen, waaronder gerecycleerde plastics, mogen daarom geen gezondheidsgevaar voor de mens opleveren en de samenstelling van levensmiddelen en de sensorische eigenschappen daarvan niet op onaanvaardbare wijze negatief beïnvloeden.
In de kaderverordening wordt daarom ruimte gelaten om nadere regels te stellen aan specifieke materialen. Bij het vaststellen van deze nadere regels is voorrang gegeven aan regels omtrent gerecycleerde plastics. Het gebruik ervan neemt immers al langere tijd toe. Tegenwoordig zijn gerecycleerde plastics inderdaad bijna niet meer weg te denken in huidige duurzaamheidsinitiatieven. Hierbij komt dat het niet wenselijk is dat nationale wetgeving omtrent dit onderwerp uiteenloopt.
Specifieke wetgeving
Specifieke regels omtrent gerecycleerde plastics zijn te vinden in Verordening 282/2008. Dergelijke regels zijn belangrijk, omdat verpakkingsafval van kunststof verontreinigd kan zijn. Hierbij valt te denken aan residuen van eerder gebruik, maar ook aan contaminanten door verkeerd gebruik of door stoffen in kunststof dat niet is bestemd om met levensmiddelen in contract te komen.
Om ervoor te zorgen dat mogelijke verontreiniging wordt verwijderd en dat gerecycleerde plastics daardoor geen negatieve invloed hebben op de gezondheid en de levensmiddelen waarmee zij in contact komen, is een adequaat sorterings- en recyclageproces nodig. Hierbij wordt in Verordening 282/2008 overigens gedoeld op mechanische recyclage, waarbij geen significante verandering in de chemische structuur van het materiaal plaatsvindt. Dit proces is minder geschikt voor meerlaagse kunststoffen en composieten, waardoor niet alle plastics in aanmerking komen voor recyclage als bedoeld in Verordening 282/2008.
Autorisatieprocedure recyclageprocessen plastics in een vogelvlucht
Voordat een recyclageproces toegepast mag worden op plastics om daar vervolgens verpakkingsmateriaal voor levensmiddelen van te maken, dient het recyclageproces goedgekeurd te worden door de Europese Commissie. Dergelijke autorisaties zijn processpecifiek. Dat wil zeggen dat autorisaties op een specifiek recyclageproces zien dat in een bepaald bedrijf wordt gebruikt door toepassing van specifieke technologieën en procesparameters. Het staat houders van autorisaties uiteraard vrij andere exploitanten van bedrijven het toegelaten recyclageproces onder licentie te laten gebruiken. Aanvragen tot goedkeuring van recyclageprocessen worden op lidstaatniveau ingediend. Op grond van de door de Europese Commissie gepubliceerde lijst van contactpunten voor bevoegde autoriteiten in de lidstaten verloopt dit in Nederland via VWS en het RIVM.
Als onderdeel van de aanvraag dient een technisch dossier te worden verstrekt dat zal worden onderworpen aan een veiligheidsbeoordeling door EFSA, gevolgd door een wetenschappelijke opinie. Onderwerpen die hierin aan bod dienen te komen betreffen onder andere karakterisering van de input, beschrijving van het recyclageproces, bepaling van het ontsmettingsrendement van het recyclageproces, karakterisering van de output, en het beoogde gebruik. Het dossier dient bijvoorbeeld aan te tonen dat en hoe ervoor wordt gezorgd dat het inputmateriaal geen chemische stoffen bevat die het recyclageproces zouden kunnen overleven en in onverantwoorde hoeveelheden naar ons voedsel zouden kunnen migreren.
Om mogelijke migratie te evalueren, dient er gedetailleerde informatie te worden verstrekt over het soort levensmiddel(en) dat bestemd is om met het eindproduct in contact te komen. Hierbij spelen tevens duur, temperatuur en de oppervlakte van de kunststof en de volumeverhouding ten aanzien van het voedsel een rol, alsmede de vraag of het gaat om eenmalig of herhaaldelijk gebruik van het eindproduct. Dit alles dient om mogelijke gezondheidsgevaren en onaanvaardbare invloeden op levensmiddelen uit te sluiten. Al deze informatie is gedetailleerd terug te lezen in de richtsnoeren die EFSA hiervoor heeft gepubliceerd.
Na ontvangst van een geldig dossier heeft EFSA in principe zes maanden de tijd om het betreffende dossier te evalueren. Daarna is de Europese Commissie aan zet om een autorisatiebeslissing te nemen. Hierbij zal zij rekening houden met EFSA’s wetenschappelijke advies. Aan een uiteindelijke autorisatie kunnen bovendien voorwaarden en/of beperkingen worden gesteld, zoals met betrekking tot de kunststofinput, het recyclageproces en/of de toepassing van de gerecycleerde kunststof als eindproduct. Toegelaten recyclageprocessen zijn opgenomen in een door de Europese Commissie opgesteld communautair register.
100% recyclebare verpakkingen
Veel bedrijven informeren consumenten graag dat de voedselverpakkingen die zij gebruiken, gemaakt zijn van gerecycleerde kunststoffen. Hierbij is het echter essentieel dat consumenten niet worden misleid, bijvoorbeeld over het daadwerkelijk gehalte aan gerecycleerde kunststoffen. Bedrijven zijn daarom geadviseerd ISO 14021 omtrent milieu-etiketteringen en -verklaringen, of gelijkwaardige voorschriften op te volgen.
Daarnaast maakt ook de Reclame Code Commissie duidelijk wat wel een niet kan, bijvoorbeeld ten aanzien van communicatie dat verpakkingen van gerecycleerde plastics milieuvriendelijk(er) zijn. Milieuclaims, oftewel reclame-uitingen waarin im- of expliciet wordt gerefereerd aan milieuaspecten verbonden aan de productie, distributie, consumptie of afvalverwerking van goederen of diensten, dienen aantoonbaar juist te zien. Wanneer bijvoorbeeld wordt gecommuniceerd dat een product vanwege het gebruikte materiaal “goed voor de natuur” is, zonder dat dit kan worden geverifieerd, dan is dat misleidend.
Verder is gebruik van milieusymbolen toegestaan wanneer de herkomst en betekenis van deze symbolen bekend is, of hier althans geen verwarring over bestaat. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Möbius-loop, waarbij een percentage voor de hoeveelheid gerecycleerd materiaal in of in de nabijheid van het symbool wordt toegevoegd, alsmede Liptons variant daarop.
Auteur: Jasmin Buijs, Axon Advocaten, kennispartner van VMT