Hoe groot het probleem van fraude met voedsel is, kan Van der Moolen niet zeggen. “We zien eigenlijk pas dat er ergens iets niet klopt, als het ontdekt wordt. Als er bijvoorbeeld plotseling mensen ziek worden, neem bijvoorbeeld het fipronil-schandaal. Dat raakt dan aan de voedselveiligheid, maar bij fraude met specerijen of het paardenvleesschandaal werd niemand ziek. Dat soort economische fraude is lastig om op te sporen. Maar het valt even zo goed onder het kopje fraude als het fipronil-schandaal.”
Van der Moolen vermoedt zelf dat wat hij in de praktijk ziet, het topje van de ijsberg is. “Als je slim fraudeert is het heel moeilijk te ontdekken. Wat je dus idealiter wilt, is het monitoren aan de voorkant zodat je het kunt tegenhouden.”
Ongunstige omstandigheden
De verplichting om risico’s in kaart te brengen wordt gelukkig groter. “De screening wordt intensiever. Elke leverancier moet zijn producent goed tegen het licht houden, alleen gebeurt dat nu vaak op een dusdanige manier dat er tóch nog ruimte overblijft waar fraudeurs gebruik van kunnen maken.” Maar er zijn meer omstandigheden die fraude in de hand werken, zegt Van der Moolen. “Neem corona. Grenzen waren dicht, het was lastig om aan producten te komen, bedrijven moesten overstappen op leveranciers die ze niet kenden. De risico’s werden dus groter en er waren minder controles door de NVWA.”
Levensgevaarlijk
Meer recent noemt Van der Moolen de oorlog in Oekraïne. “Uit die regio komt normaliter veel honing en graan, zonnebloemolie en witvis. Al die producten werden schaars en dan zie je de markt in beweging komen. Partijen worden zelfs via Marktplaats aangeboden. Als particulier heb je geen zicht meer op wat je in huis haalt en dat is levensgevaarlijk. Je weet niets van het product en van kwaliteitscontrole is al helemaal geen sprake.” Bedrijven zijn gelukkig wel verplicht om kwaliteitscontroles uit te voeren, maar omstandigheden als een oorlog en alle gevolgen die daarbij horen maken dat lastig.
Extra alert zijn
Gebeurtenissen zoals in Oekraïne zijn slecht voor de markt, voor de kwaliteit van het voedsel en dus voor de gezondheid van mensen. “De vraag blijft echter onverminderd hoog, dus bedrijven zullen met minder kwaliteit ook genoegen nemen.” Fraudeurs maken daar gretig gebruik van. “Prijzen voor zonnebloemolie rezen bijvoorbeeld de pan uit. Dan is het zelfs voor de georganiseerde misdaad aantrekkelijk om daar iets mee te doen en bijvoorbeeld afvalproducten zoals kippenvet erin te verwerken. Zo bespaar je tienduizenden euro’s, maar het product wordt er een stuk onveiliger van omdat er contaminanten in kunnen zitten. Bovendien is zo’n product dan niet meer vegan en dat is tegenwoordig een steeds belangrijker wordende claim. Als leverancier of producent is het dus vooral nu extra belangrijk om alert te zijn als je zaken uit Oekraïne haalt.”
Ketenbreed
Het lastige van voedselfraude is dat het overal in de keten kan plaatsvinden, legt directeur van Eurofins Food Safety Solutions Max van Leeuwen uit. “Iets simpels als te weinig gewicht in een verpakking is gemakkelijk zichtbaar, tegelijkertijd moet je er wel alert op zijn. Maar het kan ook veel ingewikkelder, zoals fraude op DNA-niveau met vlees. Probeer daar maar eens achter te komen. En dan moet er ook nog eens bewezen worden dat het bewust gedaan is.”
Ken je Keten
Voedselfraude is enorm breed, komt overal in de keten voor en blijft vaak ook nog eens onder de radar. Wat kunnen bedrijven doen om het te bestrijden? “Het zal nooit helemaal verdwijnen, omdat er heel grof aan verdiend kan worden”, vreest Van der Moolen. Wat wel een bijdrage kan leveren, zo zegt Van Leeuwen, is goed kijken naar je keten. “’Ken je Keten’ noemen we dat. Als je alles in kaart brengt, doe je alles wat maximaal mogelijk is. En dan bedoel ik niet alleen de schakel die vóór jou in de keten zit, maar alle schakels. Want je weet nooit zeker of diegene die voor jou komt, zijn huiswerk wel goed heeft gedaan.”
Risicogerichte aanpak
Van Leeuwen wijst ook op een risicogerichte aanpak. “Kijk waar je risico’s liggen en zet daarop in met je audits. Zo kun je op basis van data gaan sturen. Fraude met een enkelvoudig vleesdeel zoals ossenhaas is veel moeilijker dan met gehakt of fijngemalen kruiden. Zet het productrisico af tegen het leveranciersrisico. Die kun je in een bepaalde matrix gieten en zo krijg je inzicht in de kans dat er met een bepaald product gefraudeerd zou kunnen worden. Tegelijkertijd beoordeel je zo een leverancier. In dat kader is het ook goed om te weten dat Infoblad 64 en 65 worden samengevoegd tot Infoblad 64, waarbij ook de controle richting de leverancier een belangrijke plek inneemt en op een uniforme manier plaatsvindt. Wij kunnen daar als Eurofins Food Safety Solutions ook een rol bij spelen.”
Meer aandacht van NVWA
Audits specifiek gericht op fraude zijn er vaak niet, zo zegt Van der Moolen. “Fraude is meestal onderdeel van een audit, maar nooit een opzichzelfstaand onderwerp. Bedrijven denken te vaak dat het bij hen niet voor zal komen, ‘want ik ken mijn leverancier al veertig jaar’. Maar er is ook goed nieuws. De NVWA zette tot nu vooral in op fraude wanneer ook voedselveiligheid in het geding was. Dat is begrijpelijk, maar het is slechts een overlappend stukje van het gebied waar fraude plaatsvindt. Fraude buiten voedselveiligheid gebeurt ook heel veel, maar dat bleef tot nu toe nog onder de radar omdat er geen wetgeving voor is. De NVWA heeft inmiddels ook door dat fraude meer is dan alleen maar voedselveiligheid en gaat het breder aanpakken, vandaar het samenvoegen van de twee Infobladen."
Vaker controleren
Bedrijven zelf kunnen volgens Van der Moolen ook meer doen. "Ondernemingen met hoogrisicoproducten zouden naar mijn mening vaker moeten controleren. Met die uitkomsten kunnen ze naar hun leveranciers stappen en zo hun economische risico afdekken. Met de preventieve werking die daar vanuit gaat, kunnen we met elkaar proberen de handel in voedsel zo eerlijk en zuiver mogelijk te houden.”
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Eurofins Food Safety Solutions. Meer van Eurofins op VMT vind je hier.