Van der Moolen noemt vier aanwijzingen die kunnen duiden op een verhoogde kans op voedselfraude, sinds de uitbraak van COVID-19.
- De focus ligt op COVID-19 en er vinden minder inspecties plaats. “Zeker in de begintijd, toen het virus oplaaide, mochten de NVWA-medewerkers, certificeerders en dienstverleners op veel locaties geen controle uitvoeren vanwege de coronamaatregelen. Nu we teruggaan naar ‘het nieuwe normaal’, starten de inspecties weer op. Er zijn nog steeds minder inspecties dan een half jaar geleden en minder inspecties betekent minder zicht op de praktijk.”
- Bedrijven leven de coronamaatregelen na en ontvangen zo min mogelijk mensen over de vloer. “Audits of inspecties gingen niet door, zeker gedurende het afgelopen voorjaar. Het thuiswerken en organiseren van meetings op afstand kwam niet lang daarna op gang. Bedrijven - en daarmee ook de QA-afdeling - hadden hun handen vol aan het beheersen van de risico’s rond COVID-19. Begrijpelijk, maar als we met z’n allen één kant op kijken kan er via de achterdeur van alles gebeuren. Dat kan ook als u moet switchen van leverancier, omdat de vaste leverancier tijdelijk niet kan leveren. Of als een vaste leverancier in financiële nood komt en de grenzen opzoekt van de integriteit. Bijvoorbeeld als hij goedkopere grondstoffen inkoopt of iets minder kwaliteitscontroles uitvoert. Heeft u dat dan in de gaten? Als u het de leverancier vraagt, zal hij altijd zeggen dat het goed zit.”
- Er zijn nauwelijks voedselfraudemeldingen. Zijn er geen gevallen, of worden ze niet gesignaleerd? “Eurofins monitort op reguliere basis het aantal geregistreerde voedselfraude gevallen wereldwijd. In maart en april was er geen enkele melding van voedselfraude gedaan. Nu komt er een enkele melding voorbij. Wij geloven niet dat er geen fraude wordt gepleegd: wij denken dat de fraude niet wordt ontdekt. Er komen wel meldingen voorbij over fraude met persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals mondkapjes. Bij voedsel zal fraude naar verwachting ook nog steeds voorkomen.”
- Het coronavirus lijkt onderwerp te zijn van veel nieuwe claims. “Er zijn voedingsmiddelen met de claim ‘helpt/beschermt tegen het coronavirus’. Het gaat dan bijvoorbeeld gewoon om voedingsmiddelen met veel vitamines. Ze zullen wel helpen om de weerstand te verhogen, maar ik geloof er niet in dat er voedingsmiddelen op de markt zijn die aantoonbaar beschermen tegen het coronavirus. Een dergelijke claim kan misleidend zijn. Zeker voor mensen die angst voelen om COVID-19 op te lopen.”
Voedselfraudepreventie: drie tips
Kortom: het lijkt dus verstandig om kritisch te zijn en extra aandacht te besteden aan voedselfraudepreventie. Wat kunnen producenten en retailers doen om gesjoemel met de herkomst of kwaliteit van grondstoffen en producten te voorkomen? Van der Moolen deelt drie tips.
- Vergroot uw kennis over voedselfraude. “Wat is voedselfraude en welke soorten voedselfraude bestaan er allemaal? Die kennis is altijd nuttig. Het vergroot het bewustzijn van wat er kan gebeuren en hoe fraudeurs te werk gaan. Deze kennis doet u bijvoorbeeld op via online webinars, nieuwsbrieven of trainingen.”
- Voer een vulnerability assessment uit. Tijdens zo’n risicoanalyse neemt u uw grondstoffen onder de loep, en beoordeelt u of er nieuwe risico’s zijn ontstaan. “Wat weet u van het land van herkomst en wat doet u als een grondstof niet meer voorradig blijkt te zijn? De risico’s zijn op dit moment hoger. Ik adviseer daarom om opnieuw te beoordelen waar in de huidige situatie de risico’s liggen. Dat kan anders zijn dan voorheen. Bijvoorbeeld als u producten inkoopt uit een land waarvan de grenzen zijn gesloten. Hoe kan het dat uw leverancier nog aan deze producten komt? Of als u switcht van leverancier. Dan moet u mogelijk ook andere beheersmaatregelen nemen of de beheersmaatregelen die u had opnieuw verifiëren. En vergeet niet om de beheersmaatregelen die u uitvoert, vast te leggen.”
- Staaf de kwaliteit en herkomst die uw leverancier belooft met audits en testen. “Waar haalt uw leverancier zijn grondstoffen vandaan? Wat weet de leverancier van de keten: kent hij het hele ketenproces, of weet hij alleen meer van zijn directe leverancier? Welke beheersmaatregelen heeft hij uitgevoerd? Dat is voor u belangrijke informatie. Maar: hoe langer de keten, hoe moeilijker vaak is te traceren bij welke boer de grondstof vandaan kwam. Dan is ook het risico op fraude groter. U kunt bij risicoproducten daarom ook analyses laten uitvoeren om de geografische origine van een product te laten vaststellen. Zo kunt u controleren of het land van origine overeenkomt met het land dat in de documenten staat van uw leverancier.”
Analysemogelijkheden
Zo kunnen laboratoria paardenvlees detecteren. En het is zelfs mogelijk om – aan de hand van een DNA-database – vast te stellen van welke koe een biefstuk komt. Van der Moolen: “Op die manier kunt u bijvoorbeeld aantonen dat het vlees afkomstig is van de bijzondere Japanse Wagyu-koe, als het DNA van alle koeien in de database voorkomt. Dit is ook handig bij diefstal. Maar ook van plantaardige producten, zoals specerijen en basmatirijst, kan beoordeeld worden of deze zuiver zijn.
Verder kan de kwaliteit van koffie, de herkomst van extra vergine olijfolie of de authenticiteit van vruchtensap getest worden. Er wordt dan geanalyseerd of er geen zonnebloemolie met een kleurtje door de olijfolie is gemengd, of er geen chemisch citroenzuur is toegevoegd aan vruchtensap terwijl er citroenzuur is beloofd en welke vruchten zijn gebruikt. Zo kan ook herleid worden of een product daadwerkelijk uit Vietnam komt.”
Samen optrekken tegen voedselfraude
Deze testen helpen om de integriteit van uw merk te beschermen. Van alle monsters die toegestuurd worden voor fraude-onderzoek, is er bij 10 tot 20% sprake van een afwijking. Deze getallen hoeven niet overeen te komen met het daadwerkelijke aantal fraudegevallen in elk land of segment. Dit is wat gezien wordt tijdens het testen, bij bedrijven die al met fraudepreventie bezig zijn. Een overschrijding hoeft overigens niet per se te betekenen dat er sprake is van fraude. De cijfers geven wel een indicatie van de risicoproducten, wereldwijd. Want die risico’s zijn nog steeds aan de orde van de dag. Ik merk dat we in de branche met elkaar beseffen dat we voedselfraude alleen met z’n allen een beetje onder controle kunnen krijgen – door samen te werken. Er is minder geheimzinnigheid bij bedrijven over food integrity en voedselfraude. Dat is uniek.”
Auteur: Eurofins Food, Feed, Water Benelux, kennispartner van VMT
Gratis nieuwsbrief VMT.nl
Niets missen van VMT.nl? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief!