Gerard Kramer, specialist agro-food bij Nutrilab, legt uit wat deze wetgeving betekent en hoe Nutrilab bedrijven ondersteunt in deze overgang.
Met de nieuwe allergenenwetgeving met betrekking tot het vermelden van een waarschuwing op het etiket of de verpakking (Precautionary Allergen Labelling (PAL) wordt van bedrijven verwacht dat zij aantoonbaar maken welke allergenen zich in hun producten bevinden, inclusief de hoeveelheid. “Het was vroeger voldoende om een algemene waarschuwing te plaatsen. Nu moeten bedrijven met bewijzen komen en dit ook kwantitatief onderbouwen. Als de hoeveelheden allergenen onder een veilige grens liggen, mogen producenten zelfs geen waarschuwing meer geven”, zegt Kramer.
Deze verandering heeft verregaande implicaties. Vooral kleinere bedrijven, die vaak minder middelen en expertise hebben, kunnen in de problemen komen. “Ze moeten niet alleen hun processen onder de loep nemen, maar ook de grondstoffen van leveranciers nauwkeuriger laten analyseren.”
Waarom strengere wetgeving?
De aangescherpte regels zijn ingevoerd om consumenten met allergieën beter te beschermen en het vertrouwen in etiketten te vergroten. Kramer legt uit: “Onnodige waarschuwingen zorgen ervoor dat mensen met allergieën producten onnodig vermijden, of – erger nog – ze gaan wantrouwen.” Daarnaast maken recente wetenschappelijke ontwikkelingen het mogelijk om allergenen nauwkeuriger te detecteren. Dit stelt bedrijven in staat betere risico-inschattingen te maken en alleen te waarschuwen als dat daadwerkelijk nodig is.
Als gespecialiseerd laboratorium in allergenenonderzoek heeft Nutrilab een sleutelrol in deze transitie. “We kunnen uitgebreid allergenen screenen en daarnaast ook kwantificeren. Daarmee helpen we bedrijven te voldoen aan de nieuwe eisen”, vertelt Kramer. Nutrilab maakt gebruik van verschillende methoden, waaronder ELISA-testen gericht op het detecteren en kwantificeren van specifieke eiwitgebaseerde allergenen.
De PCR-methode kan ingezet worden voor het opsporen van DNA-sporen, bijvoorbeeld van soja of pinda’s. De LC-MS/MS-technologie is een zeer geavanceerde methode waarmee een breed scala aan eiwitgebaseerde allergenen in één analyse wordt geïdentificeerd. “Deze techniek is uniek en stelt ons in staat om zelfs te traceren welke bron van bijvoorbeeld gluten – bijvoorbeeld tarwe of gerst – de kruisbesmetting veroorzaakt,” aldus Kramer.
De LC-MS/MS-technologie onderscheidt Nutrilab van andere laboratoria. “Wereldwijd zijn er maar weinig laboratoria die deze methode toepassen op allergenenonderzoek. Wij kunnen hiermee ook allergenen testen die buiten de EU-regelgeving vallen, zoals boekweit, fenegriek of kokos, wat belangrijk is voor bedrijven die naar Azië of de VS exporteren.”
Nutrilab kan adviseren over teststrategieën en welke analysemethoden het meest geschikt zijn voor specifieke situaties. “Soms is het goed om door te testen, omdat sommige testkits ook een kruisreactie kunnen geven”, zegt Kramer. “Graag adviseren wij daarbij.”
Grondstoffen en interne processen onder de loep
Het testen van grondstoffen speelt een cruciale rol. Veel allergenen vinden hun oorsprong al op het veld of tijdens het transport. Kramer geeft een voorbeeld: “Bij de teelt van knoflook kan kruisbesmetting ontstaan door gewassen zoals mosterd of pinda’s die eerder op hetzelfde veld werden geteeld in de zogenoemde wisselteelt.” Bedrijven moeten daarom niet alleen vertrouwen op leveranciersinformatie, maar ook zelf steekproefsgewijs hun grondstoffen blijven controleren.
Naast grondstoffen spelen interne productieprocessen een cruciale rol in het beheersen van allergenen. Bedrijven moeten nauwkeurig vastleggen hoe allergenen zich binnen hun processen bewegen. Dit omvat bijvoorbeeld hoeveel allergenen kunnen achterblijven tijdens reiniging of kunnen overgaan van de ene naar de andere batch.
“De meeste bedrijven hebben hun interne processen redelijk op orde”, zegt Kramer. “Maar met de nieuwe wetgeving moeten ze ook de hoeveelheid allergenen kunnen kwantificeren. Dit vergt rekenwerk om vanuit je grondstoffen en mogelijke kruisbesmetting te bepalen hoeveel van een bepaald allergeen er uiteindelijk in een portiegrootte aanwezig is.”
Ook schoonmaakprotocollen moeten worden aangescherpt en gevalideerd. Dit is vooral belangrijk voor bedrijven die wisselen tussen producten met en zonder allergenen. “Je moet kunnen aantonen dat je productieomgeving schoon genoeg is om kruisbesmetting te voorkomen”, legt Kramer uit. Ook dit vergt een grondige documentatie en periodieke controle.
Uniformiteit in referentiedoses
Een positieve ontwikkeling in de wetgeving is de invoering van uniforme referentiedoses binnen de EU. “Voorheen hanteerde Nederland eigen limieten die vaak lager lagen dan wat analytisch aantoonbaar was. Nu zijn de grenzen internationaal afgestemd, wat bedrijven helpt om realistischer en efficiënter te testen”, vertelt Kramer.
Een jaar om te schakelen
Hoewel de wetgeving al eerder werd aangekondigd en er een overgangsperiode van twee jaar was, lijken veel bedrijven pas recent actie te ondernemen. “Deze partijen zullen nog flink wat werk moeten verrichten om per 1 januari 2026 aan de eisen te voldoen”, stelt Kramer. Dit betekent niet alleen investeren in analyses, maar ook in samenwerking met leveranciers en het aanscherpen van interne processen.
“Bedrijven hebben nog een jaar om alles op orde te krijgen, maar dat vereist een gerichte aanpak”, waarschuwt Kramer. “We hopen dat bedrijven deze periode gebruiken om niet alleen aan de wet te voldoen, maar ook om structureel meer controle te krijgen over allergenenbeheer.”
Ook kansen
De aangescherpte wetgeving brengt uitdagingen met zich mee, maar biedt tegelijkertijd kansen om het vertrouwen van consumenten te vergroten en de veiligheid van producten te waarborgen. Met geavanceerde analysemethoden en jarenlange ervaring op het gebied van allergenen is Nutrilab een betrouwbare partner voor bedrijven die zich willen voorbereiden op de toekomst. “Samen zorgen we ervoor dat bedrijven klaar zijn voor de eisen van morgen”, besluit Kramer.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking metNutrilab.